2.1. De aandrijfunit aan de rolstoel aanbrengen
Actieve rolstoelgebruikers kunnen de aandrijfunit van de SMOOV one mits een beetje
oefening zelf aanbrengen terwijl ze in de rolstoel zitten. Als alternatief kan de aandrijfu-
nit eerst aan de rolstoel worden aangebracht, en de gebruiker daarna instappen. Ook kan
een andere persoon helpen bij het aanbrengen.
Bij het aanbrengen gaat u zelf of de andere persoon als volgt te werk.
• Beveilig uw rolstoel tegen onopzettelijk wegrollen door de vastzetremmen aan te trekken.
• Controleer of zowel de aandrijf- als de bedieningsunit zijn uitgeschakeld. Beide compo-
nenten mogen uitsluitend in uitgeschakelde toestand aan de rolstoel worden aangebracht.
• Houd de aandrijfunit aan de greep [4] vast en rol deze onder de rolstoel, aangezien bij
het optillen van de aandrijfunit de rolstoel naar achteren zou kunnen kantelen!
• Til de aandrijfunit aan de greep [4] op. Hierdoor wordt de vergrendelingsklauw [9]
automatisch geopend.
• Plaats de vergrendelingsklauw [9] in de houder resp. adapteras [22] aan de rolstoel en
laat de greep [4] los.
• Als de vergrendelingsklauw [9] en de houder resp. adapteras [22] correct met elkaar
verbonden zijn, zakt de greep [4] automatisch naar de rustpositie.
• Controleer bovendien door licht bewegen van de behuizing of de aandrijfunit correct
met de rolstoel verbonden is. De aandrijfunit mag in geen geval aan de greep [4]
worden vastgehouden resp. opgetild als de aandrijfunit aanstaat, aangezien anders de
verbinding losraakt. Ook mag de aandrijfunit niet ter hoogte van het aandrijfwiel [8]
worden vastgehouden, om beknelling van vingers door het mogelijk horizontaal draai-
ende aandrijfwiel te voorkomen.
Houd er rekening mee dat door het optillen van de aandrijfunit aan
de greep [4] de vergrendelingsklauw [9] wordt geopend en daardoor
de verbinding met de houder resp. de adapteras [22] losraakt!
Beveilig uw rolstoel tegen onopzettelijk wegrollen door de vastzetrem-
men aan te trekken.
Controleer of de aandrijfunit is uitgeschakeld. Het apparaat mag alleen
in uitgeschakelde toestand aan de rolstoel worden aangebracht.
2.2 De aandrijfunit van de rolstoel afnemen
Ook het afnemen van de SMOOV one kan door actieve rolstoelgebruikers zelf, of met hulp
van een andere persoon, worden uitgevoerd.
• Beveilig uw rolstoel tegen onopzettelijk wegrollen door de vastzetremmen aan te trekken.
• Controleer of zowel de aandrijf- als de bedieningsunit zijn uitgeschakeld. Beide compo-
nenten mogen uitsluitend in uitgeschakelde toestand van de rolstoel worden afgenomen.
• Til de aandrijfunit aan de greep [4] op. Hierdoor wordt de vergrendelingsklauw [9]
automatisch geopend.
• Neem de aandrijfunit uit de houder resp. adapteras [22]. Rol de aandrijfunit aan de
achterkant onder de rolstoel uit, aangezien bij het optillen van de aandrijfunit de rol-
stoel naar achteren zou kunnen kantelen!
• Leg de aandrijfunit op een veilige plaats, waar een verkeerd gebruik van het apparaat
(bijvoorbeeld door spelende kinderen) uitgesloten is.
Beveilig uw rolstoel tegen onopzettelijk wegrollen door de vastzetrem-
men aan te trekken.
Controleer of de aandrijfunit is uitgeschakeld. Het apparaat mag uitslui-
tend in uitgeschakelde toestand van de rolstoel worden verwijderd.
7