6.1 Foutmeldingen
Led-indicatie
Aantal tonen Tooninterval
a b c d e
f
●●●●○ o
3
○●●●○ o
3
●○○○● o
3
○○○○○ o
3
●●●●● o
6.2 Waarschuwingen
Led-indicatie
Aantal tonen Tooninterval
a b c d e
f
●●●●○ o
1
○●●●○ o
1
○○○○○ o
1
●●●●● o
1
Als andere dan de in de lijst vermelde foutmeldingen worden uitgegeven, is er een ernstige storing van het systeem.
De SMOOV one is dan niet meer bedrijfsklaar en moet via uw specialist voor medische hulpmiddelen naar Alber GmbH
worden opgestuurd ter controle.
6. Fout- en waarschuwingsmeldingen
In de twee onderstaande tabellen worden de aan de SMOOV one optredende fout- en waar-
schuwingsmeldingen opgesomd, die kunnen worden veroorzaakt door een foute bediening
of storing aan het systeem.
In de kolom "Led-indicatie" wordt daarbij weergegeven welke leds ([a] t/m [e]) aan de
indicatie [2] van de aandrijfunit en de indicatie [12] van de bedieningsunit in een witte
kleur knipperen, weergegeven door het symbool ○.
Bovendien knipperen bij foutmeldingen de led [f] aan de bedieningsunit en de knop [3]
aan de aandrijfunit rood, bij waarschuwingsmeldingen geel (beide weergegeven met het
symbool o).
Niet actieve indicaties worden door het symbool ● weergegeven.
Raadpleeg bij een probleem of beschadiging van een band uw specialist.
Foutbeschrijving
(seconden)
5
Fout accu aandrijfunit
5
Fout elektronica aandrijfunit
5
Fout sensoren aandrijfunit
5
Fout opladen
Fout accu / elektronica bedieningsunit
Foutbeschrijving
(seconden)
5
Waarschuwing onderspanning accu
5
Waarschuwing accu / aandrijving aan-
drijfunit
5
Waarschuwing opladen
Veiligheidsuitschakeling
Oplossing
De accu is diep ontladen of defect. Laad
de accu op. Als dit niet mogelijk is, dient
u contact op te nemen met uw specialist.
Zet het systeem uit en vervolgens weer aan.
Als de fout nog steeds optreedt, neemt
u contact op met uw specialist.
Schakel het systeem uit, draai het aandrijf-
wiel meermaals heen en weer en schakel het
weer in. Als de fout nog steeds optreedt,
neemt u contact op met uw specialist.
Trek de oplader uit en steek deze weer in.
Als de fout nog steeds optreedt, neemt
u contact op met uw specialist.
Neem contact op met uw specialist
Oplossing
De accu is sterk ontladen. Laad de accu op.
De temperatuur van de accu resp. de aan-
drijving ligt niet in het toegestane bereik.
Laat de aandrijfunit afkoelen resp. warm
deze op. Schakel de aandrijfunit daarna weer
in.
De omgevingstemperatuur is te laag of te
hoog. Het opladen is alleen mogelijk bij
temperaturen tussen 0°C en 40°C.
Neem contact op met uw specialist.
17