3.3 Noodstop bij gevarensituaties
Elke rolstoelgebruiker is erin geoefend om zijn rolstoel in gevaarlijke situaties onmiddel-
lijk tot stilstand te brengen, door deze met de hoepels af te remmen.
Om uw rolstoel tijdens het rijden met de SMOOV one in gevaarlijke situaties snel en veilig
tot stilstand te brengen, moet u als volgt te werk gaan:
• Druk op de buitenkant van de aan-/uitknop [10]. Het aandrijfwiel [8] van de aandrij-
funit schakelt daardoor in vrije loop, de bedieningsunit wordt echter niet uitgescha-
keld, maar bevindt zich nog steeds in ingeschakelde toestand.
• Rem de rolstoel met de hoepels zo snel mogelijk af tot volledige stilstand.
ATTENTIE – ERNSTIG RISICO OP ONGEVALLEN!
Als bij een noodstop het aandrijfwiel [8] aan de aandrijfunit niet met
de aan-/uitknop [10] in vrije loop wordt geschakeld, wordt uw rolstoel
met de ingestelde snelheid verder verplaatst. Bijgevolg kan hij nauwe-
lijks tot stilstand worden gebracht met de hoepels.
Door drukken op de aan-/uitknop [10] wordt noch de bedienings- noch
de aandrijfunit uitgeschakeld. Dit is te zien aan de brandende leds. Dit
betekent dat de SMOOV one onmiddellijk weer start zodra aan het selec-
tiewiel voor de snelheid [11] (mogelijk per vergissing) wordt gedraaid.
Daarom moet u bij een noodstop de aandrijfunit volledig uitschakelen
(zie hoofdstuk 3.6.2) tot veilig verderrijden mogelijk is.
11