Verwijder de oplader na het opladen van de aandrijfunit. Hiervoor moet
u eerst de laadstekker [18] van het laadcontact [1] afnemen en daarna
de netstekker [19] uit het stopcontact trekken.
Controleer steeds vóór het begin van elke rit de laadtoestand van de
accu's. Deze moeten vóór het begin van de rit volledig opgeladen zijn.
Indien er bij het opladen van de aandrijfunit een fout optreedt, wordt
deze door de led-indicatie [2] aan de aandrijfunit en door de led-indi-
catie [12] van de bedieningsunit weergegeven. Er zijn ook signaaltonen
te horen (zie hoofdstuk 6)
Voorzover de aandrijfunit zich bij het laden aan de rolstoel bevindt,
moet deze vóór het begin van het laadproces volledig worden uitgescha-
keld (zie hoofdstuk 3.6.2) en de rolstoel met zijn vastzetremmen tegen
onopzettelijk wegrollen beveiligd worden.
De accu moet steeds volledig worden opgeladen om met de SMOOV one de
maximale actieradius te bereiken. Bovendien vermindert u het risico dat
u wegens een lege accu niet meer met motorische ondersteuning door de
SMOOV one kunt rijden.
4.2 De accu's van de bedieningsunit opladen
Alber levert voor de bedieningsunit geen afzonderlijke oplader en beveelt aan om het
opladen via de aandrijfunit (zie hoofdstuk 4.2.2) uit te voeren. Aangezien hierbij de
accu's van de aandrijfunit mee worden opgeladen, wordt de totale oplaadtijd langer. Om
alleen de accu van de bedieningsunit op te laden, kan een in een elektrospeciaalzaak ver-
krijgbare oplader worden gebruikt. Deze moet echter verplicht aan de volgende vereisten
voldoen:
• maximaal +5 volt gelijkspanning
• maximaal 1,5 ampère stroomsterkte
• laadkabel: USB type C
Opladers met afwijkende technische parameters, met name instelbare
labonetadapters of netadapters met een hogere spanning en vermogens-
reserve mogen in geen geval worden gebruikt!
4.2.1 Laden met externe oplader
• Schakel de aandrijfunit volledig uit door op de aan-/uitknop [3] te drukken. Zo voor-
komt u dat de aandrijfunit door onbedoeld bedienen van de bedieningsunit gaat
rollen.
• Open de afdekking [13] aan de achterkant van de bedieningsunit.
• Steek de kabel van de oplader in de laadpoort [14].
• Voer de laadprocedure uit volgens de gebruiksaanwijzing van de oplader.
15