l
LAN (Local Area Network): een snel computernetwerk waarin apparaten die zich op
een relatief korte afstand van elkaar bevinden, met elkaar zijn verbonden. Een Ethernet-
netwerk is een type LAN.
m
MAC-adres (Media Access Control-adres): het hardware-adres van een apparaat in
een netwerk. Het MAC-adres van de printer wordt vermeld op de HP Rapportpagina.
Mb/s (megabits per seconde): de maateenheid voor de snelheid van een netwerk. 1
Mb/s is bijvoorbeeld gelijk aan 1.000.000 bits per seconde (of 125.000 bytes per
seconde).
mDNS: als alternatief voor een Domain Name Server kan een apparaat een Multicast
Domain Name Server-melding (mDNS) uitzenden om informatie te verschaffen over zijn
service. De melding omvat het type service (zoals afdrukken), de naam van de service
(zoals "uw printer"), IP- en poortadressen en andere benodigde informatie. Elk apparaat
in het netwerk ontvangt de melding en slaat de informatie op een persoonlijke DNS-
server op.
n
Netwerknaam: een netwerknaam is een alfanumerieke, hoofdlettergevoelige
tekenreeks die zorgt voor het basistoegangsbeheer tot een draadloos netwerk. Een
netwerknaam wordt ook wel een "Service Set Identifier (SSID)" genoemd.
o
p
Pakket: een bericht dat vanaf een apparaat in een netwerk naar andere apparaten in
het netwerk wordt verzonden.
Protocol: de taal waarmee apparaten in een netwerk met elkaar communiceren. Een
populair netwerkprotocol is TCP/IP.
q
r
RJ-45: het type stekker aan het uiteinde van een Ethernet-kabel.
Router: een apparaat voor complexe netwerkcommunicatie waarmee pakketten van het
ene netwerk naar het andere worden gestuurd. Een router kan fungeren als een gateway
tussen een LAN en het internet.
s
Statisch IP-adres: een IP-adres dat handmatig wordt toegewezen aan een apparaat in
een netwerk. Een statisch IP-adres blijft ongewijzigd tot dit handmatig wordt veranderd.
Alternatieve methoden voor het toewijzen van IP-adressen zijn DHCP en AutoIP.
Gebruikershandleiding
47