slechter worden als er meer dan zes apparaten op het netwerk zijn aangesloten. Ad hoc-
netwerken worden ook wel peer-to-peer-netwerken, IBSS (independent basic service
stations) of "direct-connect" draadloze netwerken genoemd.
AES: Advanced Encryption Standard (AES) is een door de Amerikaanse overheid
gesponsorde coderingsmethode waarbij een complex algoritme genaamd Rijndael wordt
gebruikt. AES maakt gebruik van coderingssleutels om gegevens te coderen. De
coderingssleutels worden automatisch op bepaalde tijdsintervallen gewijzigd waardoor
het draadloze netwerk minder blootstaat aan afluisteraars.
Verificatie: verificatie is een beveiligingsstrategie voor een draadloos netwerk.
Apparaten in een netwerk met verificatie gebruiken een gedeelde sleutel als wachtwoord
en communiceren alleen met apparaten die de sleutel kennen. Bij verificatie worden de
gegevens die tussen de draadloze apparaten worden verzonden, niet gecodeerd
Verificatie kan echter wel in combinatie met WEP worden gebruikt. Verificatiesleutels en
WEP-sleutels kunnen identiek zijn.
AutoIP: een proces waarbij een apparaat in een netwerk automatisch een IP-adres aan
zichzelf toewijst.
b
BOOTP: Bootstrap Protocol (BOOTP) is een internetprotocol met behulp waarvan een
apparaat zijn eigen IP-adres kan ontdekken, evenals het IP-adres van een BOOTP-
server in een netwerk en een bestand dat in het geheugen moet worden geladen om het
apparaat te starten. Hierdoor kan het apparaat opstarten zonder dat er een harde schijf
of diskettestation nodig is.
Broadcast-pakket: een pakket dat vanaf één apparaat in een netwerk naar alle
apparaten in het netwerk wordt verzonden.
c
Kanaal: één van de vooraf ingestelde frequenties waarop 802.11b apparaten
communiceren om de interferentie te verminderen. Het aantal beschikbare kanalen
varieert per land/regio.
d
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol): een protocol dat wordt gebruikt om
automatisch een IP-adres toe te wijzen aan alle apparaten in een netwerk.
e
EAP: Extensible Authentication Protocol (EAP) is een algemeen verificatieprotocol dat
ook ondersteuning biedt voor andere verificatiemethoden, zoals token cards, eenmalige
wachtwoorden, certificaten en codering via een openbare sleutel.
WPA
maakt gebruik
van EAP.
Codering: een netwerkbeveiligingsmethode waarbij de gegevens die via een netwerk
worden verzonden, worden gecodeerd, zodat deze niet door onbevoegden kunnen
worden gelezen. De printer ondersteunt
WEP
en WPA.
Coderingssleutels: een serie tekens of cijfers die door een draadloos apparaat wordt
gebruikt voor het coderen van gegevens. Coderingsleutels kunnen statisch (zoals in
WEP) of dynamisch (zoals in WPA) zijn.
Gebruikershandleiding
45