7.4 Automatisch dataloggen
In de automatische datalogfunctie slaat het meetapparaat de meetgegevens automatisch op, op de
ingestelde opnamefrequentie. Deze gegevens worden opgeslagen op de SD-kaart. In de
fabrieksinstellingen van het apparaat is standaard een opnamefrequentie ingesteld van 2 sec.
1. Selecteer in het instellingenmenu een opnamefrequentie die hoger is dan "0". ("0"' Kan niet
gebruikt worden in de automatische datalogfunctie.)
2. Houd de LOG toets meerdere seconden ingedrukt, op het display verschijnt het LOG
symbool.
3. Indien er geen SD-kaart geplaatst is in het apparaat, of deze defect of beschadigd is, kan geen
waarde opgeslagen worden. Druk in dit geval nogmaals op de LOG toets en probeer het met
een nieuwe SD-kaart.
4. Indien u het loggen kortstondig wilt onderbreken, drukt u kort op de LOG toets. Om de
functie te hervatten drukt u nogmaals kort op deze toets.
5. Om de functie te beëindigen houdt u de LOG toets meerdere seconden ingedrukt.
6. Bij de eerste ingebruikname van de SD-kaart, maakt het apparaat automatisch een map aan
met de naam „VBC01". In totaal kunnen 99 mappen aangemaakt worden, met elk 30.000
meetwaarden.
7. Wanneer begonnen wordt met het dataloggen, wordt in bovengenoemde map een bestand
aangemaakt met de naam VBC01001.xls. Hierin worden 30.000 waarden in opgeslagen.
Daarna wordt een nieuw bestand aangemaakt met de naam VBC01002.xls, waarin ook weer
30.000 waarden opgeslagen kunnen worden, net zo lang tot de max. capaciteit van de SD-
kaart bereikt is.
7.5 Data-overdracht van de SD-kaart naar de PC
1. Na het beëindigen van het dataloggen, verwijdert u de SD-kaart uit de uitgeschakelde meter.
2. Plaats de SD-kaart in de kaartlezer van uw PC.
3. Start de PC en start het spreadsheetprogramma van de PC. Upload de data in het
programma.
7.6 Voeding van het apparaat
Onder normale omstandigheden raden wij u aan het apparaat te bedienen met batterijen. Hierdoor
kunt u mobiele metingen uitvoeren met het meetapparaat. U heeft hiervoor 8 1,5V batterijen nodig.
Tevens is het mogelijk het meetapparaat te bedienen met een 9V netstroomadapter.
GEBRUIKSAANWIJZING Trillingsmeter PCE-VM 5000
13