De SC-controller maakt een Link2SC-jobbestand aan. De troebelheidswaarde, operator-ID
(indien beschikbaar), locatie van het procesinstrument en de datum en tijd worden vastgelegd
in het jobbestand.
Verder worden de temperatuur, kalibratie-instellingen, instellingen voor bellen afwijzen,
vervuiling van de kuvet en levensduur van de droogmiddelpatroon vastgelegd in het Link2SC-
jobbestand.
4. Druk op OK en vervolgens JA.
5. Selecteer JOB>LAB.
Het Link2SC-jobbestand wordt opgeslagen op de SD-kaart (indien beschikbaar) of naar het
laboratoriuminstrument gestuurd (indien de SC-controller en het laboratoriuminstrument over een
LAN-verbinding beschikken).
Selecteer JOBS FROM CARD (jobs van kaart) om de Link2SC-jobbestanden weer te geven.
6. Als de SC-controller en het laboratoriuminstrument niet over een LAN-verbinding beschikken,
volgt u de volgende stappen.
a. Verwijder de SD-kaart uit de SC-controller.
b. Plaats de SD-kaart in de USB-adapter bij het laboratoriuminstrument. Sluit de USB-adapter
vervolgens aan op een USB-poort (type A) in het laboratoriuminstrument.
7. Verplaats de monsterfles naar het laboratoriuminstrument.
8. Druk op de TU5200 op Opties>Reading Setup (instellingen meetwaarde).
9. Druk op Bubbel afw. en schakel bubbel afwijzen in.
10. Als het steekmonster 1 NTU of minder is, drukt u op Reading (meetwaarde)>Minimum Mode
(minimummodus) en selecteert u 60 seconden.
Opmerking: In de minimummodus worden continu meetwaarden uitgevoerd gedurende 60 seconden nadat
een meting is voltooid. De kleinste meetwaarde binnen de 60 seconden wordt opgeslagen in het
gegevenslogboek.
11. Druk bij het laboratoriuminstrument op LINK2SC om de joblijst weer te geven.
12. Selecteer het laatste Link2SC-jobbestand.
De troebelheidswaarde van het procesinstrument wordt weergegeven aan de rechterzijde van het
display.
13. Bereid een monsterkuvet voor. Raadpleeg Een monsterkuvet voorbereiden in de documentatie
voor de TU5200.
14. Meet de troebelheid van het steekmonster met het laboratoriuminstrument. Raadpleeg de
documentatie van de TU5200.
Als het verschil tussen de proces- en laboratoriummetingen niet boven het geselecteerde
acceptabele bereik ligt, wordt "Meetwaarden komen overeen" weergegeven op het display.
Raadpleeg om het acceptabele bereik te selecteren.
Als "Meetwaarden komen niet overeen" wordt weergegeven op het display, klikt u op de link om
de stappen voor storingzoeken weer te geven.
15. Druk op Opties>Logboek vergelijken om het vergelijkingslogboek weer te geven. Raadpleeg de
documentatie van de TU5200 voor meer opties.
16. Om de controlegegevens naar externe apparaten te sturen die op het instrument zijn
aangesloten, drukt u op Opties>Send Data (gegevens versturen). Raadpleeg de documentatie
van de TU5200 voor meer opties.
28 Nederlands