Inhoudsopgave
Advertenties
Optie
LOCATIE
SIGNAAL GEM.
MEETEENHEDEN
RESOLUTIE
BUBBEL AFWIJZEN
LOGGER INTERVAL
REINIGING
SET DEFAULTS
(Standaardinstellingen
herstellen)
TOETSFUNCTIE
24 Nederlands
Beschrijving
Stelt de naam of locatie van de monsterbron in. De naam of locatie
die is ingevoerd, wordt weergegeven op het meetscherm
(maximaal 16 tekens, standaard: serienummer).
Indien ingeschakeld wordt een troebelheidswaarde op het
controllerdisplay weergegeven die het gemiddelde is van de
waarden die zijn gemeten tijdens het geselecteerde tijdsinterval.
TU5300 sc-opties: 30-90 seconden; TU5400 sc-opties:
1-90 seconden (standaard: 30 seconden).
Opmerking: De fabrikant raadt aan dat de instelling voor het
signaalgemiddelde wordt ingesteld op 30 seconden of minder vanwege de
snelle respons van het instrument.
Selecteert de meeteenheden die op het controllerdisplay worden
weergegeven en die worden vastgelegd in de datalogger. Opties
TU5300 sc: NTU, FNU, TE/F, EBC of FTU. Opties TU5400 sc:
NTU, mNTU, FNU, mFNU, TE/F, EBC, FTU of mFTU. Standaard:
NTU.
Selecteert het aantal decimalen dat op het controllerdisplay wordt
weergegeven. Opties: 0,001 of 0,0001. TU5300 sc, standaard:
0,001. TU5400 sc, standaard: 0,0001.
Stelt Bellen afwijzen in op Aan (standaard) of Uit. Indien
ingeschakeld worden hoge troebelheidswaarden veroorzaakt door
bellen in het monster niet weergegeven of opgeslagen in de
datalogger.
Stelt in hoe vaak de troebelheidswaarde wordt opgeslagen in de
datalogger. Opties: 5 of 30 seconden of 1, 2, 5, 10 (standaard),
15 of 30 minuten.
Configureert de instellingen voor de optionele automatische
reinigingsmodule. Raadpleeg de documentatie die bij de
automatische reinigingsmodule is geleverd voor de configuratie
van de reinigingsinstellingen. Deze optie wordt alleen
weergegeven wanneer REINIG.-EENH. is ingesteld op AAN.
Verandert de instrumentinstellingen naar de standaardwaarden uit
de fabriek.
Stelt de functie van de programmeerbare toets in. Raadpleeg
Afbeelding 1
op pagina 10.
SERVICE—Wanneer de knop wordt ingedrukt, verandert de
uitvoermodus naar BLOKKEREN als de modus momenteel AAN is
en verandert de uitvoermodus naar AAN als de modus momenteel
BLOKKEREN is. LINK2SC—Wanneer de toets wordt ingedrukt,
wordt een Link2SC-jobbestand aangemaakt. Raadpleeg
vergelijken met Link2SC
de knop uit.
Verder worden de volgende opties weergegeven wanneer de
REINIG.-EENH. op AAN staat.
WISSEN—Wanneer op de toets wordt gedrukt, wordt een
wisserreinigingscyclus gestart. WISSERVERVANG.—Wanneer op
de toets wordt gedrukt, wordt de wisser in de positie voor
wisservervanging gezet.
op pagina 27. UIT (standaard)—Schakelt
Metingen
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
