Symptoom
Motor draait zwaar of niet.
Veiligheidsstopschakelaar functioneert niet.
De troffelmachine stuitert, rolt beton of maakt
oneffen sporen in beton.
Machine heeft een voelbare rollende
beweging tijdens het draaien.
PAGINA 38 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON)TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
PROBLEEMOPLOSSING (TROFFEL)
Probleemoplossing (mechanische dubbele troffelmachine)
Mogelijk probleem
Fout van stopschakelaar?
Brandstof?
Ontsteking?
Slechte contactpunten?
Losse draadverbindingen?
Overige problemen?
Bladen?
Pitch-aanpassing?
Verbogen troffelarmen?
Troffelarm draagbussen?
Drukkraag?
Draagbus drukkraag?
Druklager versleten?
Hoofdas?
Koppelstuk?
Bladpitch?
Oplossing
Zorg ervoor dat de stopschakelaar functioneert wanneer de
bestuurder zit. Vervang de schakelaar indien dat noodzakelijk
is.
Kijk naar het brandstofsysteem. Zorg ervoor dat er brandstof
naar de motor wordt toegevoerd. Controleer dit om ervoor te
zorgen dat het brandstoffi lter niet verstopt is.
Controleer dit om ervoor te zorgen dat de
ontstekingsschakelaar voeding heeft en op de juiste wijze
functioneert.
Vervang de schakelaar.
Controleer de bedrading. Vervang deze indien nodig.
Raadpleeg de handleiding van de motor.
Zorg ervoor dat de bladen in goede conditie zijn en niet
overmatig zijn versleten. Afwerkingsbladen moeten minimaal
50 mm zijn vanaf het blad tot aan de onderste rand,
combobladen moeten minimaal 89 mm zijn. De onderste rand
van het blad moet recht en parallel aan het mesblad zijn.
Controleer of alle bladen zijn ingesteld met dezelfde pitchhoek
zoals gemeten bij de spin. Er is een hulpmiddel voor kalibratie
ter plaatse beschikbaar voor de hoogteaanpassing van de
troffelarmen (neem contact op met de afdeling Onderdelen).
Controleer de spinassemblage op verbogen troffelarmen. Als
een van de armen iets verbogen is, dient u deze onmiddellijk
te vervangen.
Controleer de draagbussen van de troffelarm op bevestiging.
Dit kan worden gedaan door de troffelarmen omhoog en
omlaag te bewegen. Als er meer dan 3,2 mm speling is aan
het uiteinde van de arm, dan moeten de draagbussen worden
vervangen. Alle draagbussen moeten tegelijkertijd worden
vervangen.
Controleer de vlakheid van de drukkraag door deze op de spin
te draaien. Als deze met meer dan 0,5 mm varieert, dan dient u
de drukkraag te vervangen.
Controleer de drukkraag door deze op de spin te bewegen.
Als deze meer dan 1,6 mm, zoals gemeten bij de drukkraag
O.D., kan worden gekanteld, dan dient u de draagbus in de
drukkraag te vervangen.
Controleer de druklager op soepel draaien. Vervang deze
indien nodig.
De hoofduitvoeras van de versnellingsbakassemblage
moet worden gecontroleerd op rechtheid. De hoofdas moet
recht zijn en kan niet meer dan 0,08 mm afwijken bij het
spinbevestigingspunt.
Controleer of de beide vingers van het koppelstuk evenredig op
de draagdop drukken. Vervang het koppelstuk indien nodig.
Controleer of elk blad dusdanig is afgesteld dat dit dezelfde
pitch heeft als alle overige bladen. Pas deze aan volgens de
procedure in het gedeelte Onderhoud.