Uw toestel aanpassen
•
Gegevensvelden: hiermee selecteert
u het aantal en de grootte van de
gegevensvelden die op de kaart worden
weergegeven.
Geavanceerde kaartinstellingen:
•
hiermee kunt u de zoomniveaus, het
tekstformaat en de mate van detaillering
voor de kaart instellen.
◦
Automatisch zoomen: hiermee wordt
automatisch het juiste zoomniveau
geselecteerd voor optimaal gebruik
van de kaart. Als u Uit selecteert, kunt
u alleen handmatig in- en uitzoomen.
◦
Zoomniveaus: het gewenste
zoomniveau voor de items op de kaart
selecteren.
Tekstformaat: het gewenste
◦
tekstformaat voor de items op de kaart
selecteren.
Detail: de hoeveelheid details
◦
instellen die op de kaart worden
weergegeven. Door het weergeven
van meer details is het mogelijk dat
de kaart langzamer opnieuw wordt
getekend.
32
◦
Arcering: geeft reliëfdetails weer
op de kaart (indien beschikbaar) of
schakelt arcering uit.
Kaartinformatie: hiermee kunt u de
•
kaarten die momenteel in het toestel zijn
geladen in- of uitschakelen. Zie
als u extra kaarten wilt aanschaffen.
spoorinstellingen
Selecteer Stel in > Sporen.
•
Spoorlog: hiermee kunt u het vastleggen
van sporen in- of uitschakelen.
Opnamemethode: selecteer een methode
•
om de sporen vast te leggen. Als u Auto
selecteert, worden de sporen met variabele
intervallen vastgelegd voor een optimaal
resultaat.
•
Interval: selecteer een vastleginterval
voor het spoorlog. Bij meer frequente
registratie van punten ontstaat er een
gedetailleerder spoor, maar raakt het
spoorlog ook sneller vol.
eTrex – gebruikershandleiding
pagina 11