Functiecontrolemetingen
3
7
Het resultaat van de functiecontrolemeting wordt
weergegeven. Druk op de toets van de meter.
8
Als u de meting met een controleoplossing
van level (niveau) 1 heeft uitgevoerd, wordt
het scherm L-1 weergegeven. Druk op de
toets van de meter en houd deze ingedrukt
om te bevestigen, dat u de meting met een
controleoplossing van level 1 heeft uitgevoerd.
Druk op de toets van de meter om tussen L-1 en L-2 te wisselen.
22
of
of
Als u de meting met een controleoplossing
van level (niveau) 2 heeft uitgevoerd, wordt
het scherm L-2 weergegeven. Druk op de
toets van de meter en houd deze ingedrukt
om te bevestigen, dat u de meting met een
controleoplossing van level 2 heeft uitgevoerd.