Bloedglucosemetingen
2
6
Druk zachtjes op uw vinger om
de bloeddoorstroming te
stimuleren. Dit helpt bij de
vorming van een bloeddruppel.
14
7
Houd de gele rand van de teststrip tegen de bloeddruppel. Haal uw
vinger van de teststrip weg als het knipperende zandlopersymbool
wordt weergegeven. Breng geen bloed op aan de bovenkant van de
teststrip.