2 - OVERZICHT VAN DE REGELING
2.1 - Regelsysteem
AQUACIAT koelmachines en warmtepompen zijn uitgerust met
CONNECT TOUCH regeling die dient als gebruikersinterface en
configuratie tool voor communicatiesystemen. De geavanceerde
CONNECT TOUCH-regeling is voorzien van webconnectiviteit.
AQUACIAT LD koelmachines en AQUACIAT ILD warmtepompen
gebruiken standaard ventilatoren met vast toerental of als optie
toerengeregelde ventilatoren. Ventilatoren met een variabel toerental
verminderen het energieverbruik van de eenheid tijdens bezette en
onbezette periodes, zorgen voor de regeling van de juiste
condensatie- of verdampingsdruk en een rustige ventilatorstart.
Voor AQUACIAT LD koelmachines en AQUACIAT ILD warmtepompen
kan het system vast toerental pompen of pompen met variabel
toerental met een hydromodule regelen.
BELANGRIJK: dit document kan verwijzen naar optionele
onderdelen en bepaalde functies, opties of accessoires die niet
beschikbaar zijn voor het specifieke apparaat.
2.2 - Systeemfuncties
Het systeem regelt het opstarten van de compressoren die nodig zijn
om de gewenste in- en uittredetemperatuur van het water van de
warmtewisselaar te handhaven. Het beheert voortdurend de werking
van de ventilatoren om de juiste koudemiddeldruk in elke circuit te
behouden en het houdt toezicht op de beveiligingen die de eenheid
beschermen tegen uitval en een optimale werking verzekeren.
Connect Touch-regelsysteem:
■ Laat gebruikers de eenheid regelen via het CONNECT TOUCH-
gebruikersinterface
■ Biedt webconnectiviteit technologie
■ Inclusief de trending functionaliteit
■ Ondersteunt Enhanced Control Management voor configuraties
met meerdere koelmachines/warmtepompen (BluEdge Digital,
Cristo'Control2, Power'Control, Smart CIATControl)
■ Geeft directe GBS-integratiemogelijkheden (eigen protocol
RS485, ModBus RTU of optie TCP, optie LON, BACnet IP-optie)
2.3 - Bedrijfstypes
De regeling kan in drie onafhankelijke bedrijfstypes werken:
■ Lokaal type: de eenheid wordt geregeld door opdrachten vanaf
de gebruikersinterface.
■ Bediening op afstand: de eenheid wordt geregeld door
potentiaalvrije contacten.
■ Netwerktype: de eenheid wordt geregeld door netwerkcommando's
(CCN of BACnet). De datacommunicatiekabel wordt gebruikt om
de eenheid aan te sluiten op de communicatiebus met eigen
protocol.
Wanneer de regelaar autonoom werkt (lokaal of extern), behoudt
deze alle regelmogelijkheden, maar biedt geen functies van het
netwerk.
OPGELET: Noodstop! Door de netwerknoodstopopdracht wordt
de eenheid gestopt, ongeacht het actieve bedrijfstype.
NL-7
AQUACIAT