Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Setpuntverstelling; Capaciteitsbegrenzing; Capaciteitsregeling - CIAT CONNECT TOUCH Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CONNECT TOUCH:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 - WERKING BESTURINGSSYSTEEM

6.6.2 - Setpuntverstelling

Setpuntverstelling betekent dat het actieve setpoint wordt aangepast
zodat minder machinecapaciteit benodigd is. In het koeling-
bedrijfstype wordt het setpoint verhoogd terwijl dit in het
verwarmingsbedrijfstype wordt verlaagd.
De Setpoint verstelling kan gebaseerd zijn op de volgende
mogelijkheden:
■ BLT (buitenluchttemperatuur) wat een indicatie geeft voor de
■ Retourwatertemperatuur (deze ΔT is een indicatie voor de
belastingstrends voor het gebouw.
gemiddelde gebouwbelasting).
■ Speciale 4-20 mA-ingang.
De methode voor setpoint verstelling en de betreffende parameters 
kunnen worden geconfigureerd in het Hoofdmenu (RESETCFG – 
Resetconfiguratie). Door de setpoint verstelling zal het koel setpoint 
gewoonlijk omhoog versteld worden (hogere gekoeldwater
uittredetemperatuur) waardoor het rendement van de machine
verbeterd.
De mate van verstelling wordt bepaald door lineaire interpolatie op
basis van de volgende parameters:
■ Een referentie waarbij de verstelling nul is (geen setpoint
verstelling).
■ Een referentiewaarbij de verstelling maximaal is (max. setpoint
verstelling).
■ De maximale verstelling.
Setpuntverstelling voorbeeld in koelingsbedrijf:
°C
A
3
C
0
20
20
Verstelling gebaseerd op BLT
0
Verstelling gebaseerd op delta T
4
Verstelling gebaseerd op analoge ingang
no_verstelling
Selectie
Verklaring
A:
Waarde maximale verstelling
B:
Referentie voor nul verstelling
C:
Referentie voor maximum verstelling
D:
Gebouwbelasting
AQUACIAT

6.7 - Capaciteitsbegrenzing

Met de CONNECT TOUCH kan de capaciteit van de eenheid
voortdurend geregeld worden door de maximum toelaatbare
capaciteit ervan in te stellen.
Capaciteitsbegrenzing wordt uitgedrukt in procenten, waarbij een
m a x i m u m w a a r d e v a n 1 0 0 % b e t e k e n t d a t e r g e e n
capaciteitsbegrenzing toegepast is.
De capaciteit van de eenheid kan worden beperkt:
■ Via door gebruiker aangestuurde potentiaalvrije contacten. De
apparaatcapaciteit kan nooit hoger worden dan het
begrenzingssetpoint dat door dit contact wordt geactiveerd. De
begrenzing-setpoints kunnen worden aangepast in het
SETPOINT-menu.
■ Met de door het master apparaat ingestelde vertragingslimiet
(master/slave-opstelling). Als de eenheid niet in master/slave
opstelling staat, is de lag-grenswaarde 100%.
■ Door capaciteitsbegrenzing tijdens nachtbedrijf. De grenswaarde
tijdens nachtbedrijf is instelbaar als de waarde onder de
geselecteerde limiet is.
Begrenzingssetpoints instellen
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer Setpoint Configuration (SETPOINT) (Setpoint
configuratie).
3. Stel Switch Limit Setpoint 1 / 2 / 3 [lim_sp1 /2/ 3] (Schakel
limietsetpoint) in.
Switch Limit Setpoint 1 / 2 / 3 [lim_sp1 /2/ 3] (Schakel limietsetpoint)
0 tot 100%
%
Nachtbedrijf limiet instellen
100
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer General Configuration(GENCONF) (Algemene
configuratie).
3. Stel Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet) in.
Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet)
B
0 tot 100%
Afhankelijk van de bron van de setpoint limiet wordt de waarde van
de actieve capaciteitsbegrenzing (DEM_LIM) ingesteld op de laagste
°C
waarde.
25
DEM_LIM kan worden overschreven door het netwerk.
25
Actieve capaciteitsbegrenzing controleren
3
1. Ga naar het hoofdmenu.
20
2. Selecteer General Parameters (GENUNIT) (Algemene
full_verstelling
parameters).
3. Controleer Active Demand Limit Val [DEM_LIM] (Actieve
capaciteitsbegrenzing).
Active Demand Limit Val [DEM_LIM] (Actieve capaciteitsbegrenzing)
0 tot 100%

6.8 - Capaciteitsregeling

De regeling past de capaciteit aan om de gekoeldwatertemperatuur
op het regelpunt te houden. Compressoren worden gestart en gestopt
in een geoptimaliseerde volgorde om het aantal starts gelijk te houden
(waarde gecompenseerd door bedrijfsuren).
6.8.1 - Circuitbelastingsvolgorde
Deze functie bepaalt in welke volgorde de circuitcapaciteit wordt
gewijzigd. De compressorbelasting wordt geregeld door het starten/
stoppen van de compressoren. Er zijn twee types belastingsvolgordes,
d.w.z. gebalanceerde en getrapte belastingsvolgorde, en deze
kunnen door de gebruiker worden geconfigureerd via het
bedieningspaneel (GENCONF – Algemene configuratie).
Gebalanceerde belastingsvolgorde: De regeling houdt de
capaciteit gelijk voor alle circuits terwijl de machine wordt belast en
ontlast. Gebalanceerde belastingsvolgorde is de standaard volgorde
van de regeling.
NL-42
100%
100%
-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave