6. Metingen
Let op: Vóór en na gevaarlijke spanningsmetingen moet u op een bekende spanningsbron,
zoals een lijnspanning, controleren dat de spanningsfunctie van de meter goed werkt.
Let op: Voordat u met het apparaat werkt, moet u alle instructies, gevaarmeldingen,
waarschuwingen, let op-meldingen en opmerkingen gelezen en begrepen hebben.
Let op: Als de meter niet in gebruik is, moet u de draaischakelaar op OFF zetten.
Let op: Als u de meetsnoeren met het geteste apparaat in aanraking brengt, moet u eerst de COM-
draad (min) aansluiten en daarna de plusdraad. Bij het weghalen van de meetsnoeren verwijdert
u eerst de plusdraad en daarna de COM-draad (min).
6.1 AC/DC-spanning meten (VFD en frequentie bij DM64/DM66)
Zet de draaischakelaar in de stand
en druk kort op de knop MODE om door de
volgende modi te gaan: DCV, ACV en ACV met VFD*. Uw laatste keuze wordt bewaard als
instelling bij het inschakelen. Bij AC drukt u kort op de knop Hz om de frequentie* te
bekijken; door nogmaals indrukken gaat u terug naar de spanningsmeting (zie paragraaf
6-3 voor de functies van de frequentiemeting). Zie afb. 6-1 voor de draaischakelaarstand,
meetsnoeraansluiting, drukknopbediening en voorbeeldscherm.
*VFD en frequentie alleen op de modellen DM64/DM66
Afbeelding 6-1 – Toepassingsschema ACV, DCV en VFD
Opmerking: VFD-ACV en de bijbehorende Hz-meting gebruiken een digitaal
laagdoorlaatfilter en kunnen VFD-signalen (Variable Frequency Drives) voor basale V- en
Hz-meetwaarden verwerken. Dit stabiliseert tevens de AC-spannings- en Hz-waarden in
omgevingen met veel elektrische ruis.
GEBRUIKERSHANDLEIDING FLIR DM6x
Identificatie document: DM6x-nl-NL_AA
13