3. Klik op de monsteridentificatie die u wilt verbergen. Gebruik de verticale scrollbalk om, indien nodig, meer monsters weer te geven.
U kunt ook [Shift] ingedrukt houden terwijl u op een andere monsteridentificatie klikt om beide monsteridentificaties en alle die er
tussen staan te verbergen. Ook kunt u [Ctrl] ingedrukt houden en ondertussen een aantal monsteridentificaties selecteren, om in
één keer meerdere monsteridentificaties te verbergen.
4. Selecteer de knop Verbergen om de geselecteerde monsteridentificatie te verbergen.
5. Klik op de knop [Toepassen] om de wijziging toe te passen of klik op de knop [OK] om de wijziging toe te passen en terug te gaan
naar het venster Startpagina .
6. U kunt monsteridentificaties die zijn gebruikt, maar gedurende een aangegeven periode niet zijn gebruikt, automatisch verbergen.
Selecteer de tijdsduur met behulp van het keuzemenu Monsters automatisch verbergen. Selecteer bijvoorbeeld Maandelijks om
monsters die een maand geleden voor het laatst in een batch zijn gebruikt.
7. Selecteer de optie Verborgen tonen om zowel de verborgen als de niet verborgen monsteridentificaties te tonen.
Monsters importeren
1. U kunt monsteridentificaties en hun bijbehorende waarden voor de aanpasbare velden in de vorm van een gegevensbestand met
scheidingstekens importeren, bijv. kommagescheiden bestanden (Comma Separated Values (.CSV)). Gebruik deze functie wanneer
de monsteridentificaties vanuit een LIMS of ander systeem naar het 3M Moleculaire Detectiesysteem kunnen worden geëxporteerd.
2. Klik op Beheer in de menubalk en kies dan Monsters... Uitsluitend gebruikers op het niveau van Administrator kunnen monsters
beheren. U kunt ook Monsters beheren op de zijbalk selecteren of het tabblad Monsters als het Configuratievenster al is geopend.
3. Het tabblad Monsters toont een lijst van de huidige monsteridentificaties en daarbij de aangepaste veldwaarden voor elke
monsteridentificatie.
4. Het standaard bestandstype is een kommagescheiden of een CSV-bestand. U kunt andere bestandstypes en begrenzingstekens
kiezen. Raadpleeg de rubriek Import-/Exportbestandsformaten van deze handleiding.
•
Standaard is de eerste rij de rij met opschriften die de veldnamen bevatten. U kunt dit wijzigen in de import- en
exportopties. Raadpleeg de rubriek Import-/Exportopties van deze handleiding.
•
De volgorde van de velden in het monsterimportbestand moet identiek zijn aan de volgorde van de velden op het tabblad
Monsters van het Configuratievenster.
•
De monsteridentificatie is een verplicht veld en moet uniek zijn.
•
De gegevens in een monsterimportbestand dat wordt geïmporteerd in een lijstveld, moeten overeenstemmen met één van
de selecties voor het lijstveld. Een monstertype moet bijvoorbeeld Onbehandeld, Behandeld of Milieu zijn, of van één van
de door uzelf gedefinieerde types.
•
De standaard importmap wordt met behulp van de import- en exportopties vastgelegd. Raadpleeg de rubriek Import-/
Exportopties van deze handleiding.
32
(Nederlands)
NL