Nachtportret
MENU
Op [
] drukken om het [SCENE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P48)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van een object en een landschap met bijna
werkelijke helderheid door de flits te
gebruiken en de sluitertijd langzamer te
zetten.
∫ Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P42) aan om opnamen
te maken.
• Het object gedurende ongeveer
1 seconde stil laten staan nadat u de
opname gemaakt hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op
Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m
van het object af te staan wanneer u een
opnameopname maakt.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees
P40 voor het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken.)
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de
langzame synch./Rode-ogenreductie
[
] gekozen en wordt de flits telkens
geactiveerd.
Op [
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P48)
Met deze functie kunt u een nachtelijk
landschap levendig opnemen omdat de
sluitertijd verkort wordt.
3
∫ Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
• De flits is vast ingesteld op UIT [
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner
Nachtlandschappen
MENU
] drukken om het [SCENE MODE]
SET
(tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te
gebruiken. We raden verder het gebruik
van de zelfontspanner aan (P42) om deze
opnamen te maken.
ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
opnamen maakt op donkere plekken.
[ISO80].
instellen.
Gevorderd
3
].
51
VQT0U95