Extra printer instellen
4
Breng de uitsparing (1) op de geheugenkaart op één lijn met de ribbel (2) op de connector.
5
Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt en druk de vergrendelingen omlaag zodat de
kaart stevig vastzit in de connector.
6
Plaats de systeemkaartklep terug.
Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van
elk kaart kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of
geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer,
schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
1
1
2
2
2
30