Bezig met scannen
Automatische documentinvoer (ADI)
Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals brief-
Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een flash-station scannen. De computer
hoeft niet rechtstreeks op de printer te zijn aangesloten om afbeeldingen via Scannen naar PC te kunnen ontvangen.
U kunt het document via het netwerk naar uw computer scannen door een scanprofiel op uw computer te maken en
het profiel vervolgens te downloaden op de printer.
Scannen naar een computer
1
Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu
Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
2
Klik op Scanprofiel > Maken.
3
Selecteer de scaninstellingen en klik op Volgende.
4
Selecteer de locatie op de computer waar u het gescande uitvoerbestand wilt opslaan.
5
Voer een scannaam in.
De scannaam is de naam die wordt weergegeven in de lijst Scanprofiel op de display.
6
Klik op Verzenden.
7
Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scanprofiel.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen nadat u op Verzenden hebt geklikt. Als u klaar bent om
uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken.
a
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
b
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
c
Druk op
en voer het snelkoppelingsnummer in met het toetsenblok. Of raak in het startscherm Wachttaken
en Profielen aan.
d
Nadat u het snelkoppelingsnummer hebt ingevoerd, wordt het document gescand en naar de opgegeven map
of het programma verzonden. Als u Profielen) hebt geselecteerd in het startscherm, zoekt u het
snelkoppelingsnummer op in de lijst.
8
Ga naar de computer om het bestand weer te geven.
Het uitvoerbestand wordt opgeslagen op de locatie die u hebt opgegeven of wordt geopend in het programma dat
u hebt ingesteld.
Glasplaat
kaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften).
132