Constructie & functie
3.8
Cabine- en hoofdschakelaar
De laadklep kan worden uitgerust met cabineschakelaar waarmee de stuurstroom aan/
uit wordt gezet. Wanneer de stuurstroom uit staat, is de laadklep "vergrendeld". De cabine-
schakelaar moet altijd in de UIT-stand staan tijdens transport en wanneer de laadklep niet
in gebruik is.
De laadklep kan ook worden uitgerust met een hoofdschakelaar. Hiermee wordt de hoofd-
voeding aan- en uitgezet. Wanneer de hoofdstroom uit staat, is de laadklep "vergrendeld". In
gevallen waarin de laadklep niet is uitgerust met een cabineschakelaar, moet de hoofdschakelaar
altijd in de uit-stand staan tijdens transport en wanneer de laadklep niet in gebruik is.
Voorbeelden van cabineschakelaars
3.9
Timer
De laadklep kan worden uitgerust met een timer die automatisch de bedieningsstroom
uitschakelt enige tijd nadat de cabineschakelaar op de stand "Aan" is gezet. Dit voorkomt
dat het besturingssysteem onnodig stroom uit de accu trekt als de operator vergeet de
cabineschakelaar na gebruik in de stand "Uit" te zetten. Sommige besturingssystemen
hebben hiervoor geen timer nodig omdat ze geen stroom verbruiken wanneer de laadklep
niet in gebruik is.
Voorbeelden van
hoofdschakelaars
24