Inhoudsopgave
Advertenties
ingedrukt. Druk de duimschakelaar op de
proportionele joystick in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe
driehoek op het bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: De achterwielen moeten draaien
in de richting waarin de gele driehoek op
het bedieningspaneel wijst.
34 Druk de functieschakelaar op de
proportionele joystick in en houd deze
ingedrukt. Druk de duimschakelaar in de
richting die wordt aangegeven door de
gele driehoek op het bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: De achterwielen moeten draaien
in de richting waarin de blauwe driehoek op
het bedieningspaneel wijst.
Testrit en remmen
35 Houd de functieschakelaar op de
proportionele bedieningshendel vast.
36 Verplaats de proportionele
bedieningshendel langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl
op het bedieningspaneel tot de machine
gaat rijden en zet de proportionele
bedieningshendel vervolgens weer in de
middelste stand.
⊙ Resultaat: De machine moet in de richting
bewegen die de blauwe pijl op het
bedieningspaneel aangeeft en vervolgens
abrupt stoppen.
37 Houd de functieschakelaar op de
proportionele bedieningshendel vast.
38 Beweeg de proportionele
bedieningshendel langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de gele pijl op
het bedieningspaneel tot de machine gaat
rijden en zet de proportionele
bedieningshendel vervolgens weer in de
middelste stand.
⊙ Resultaat: De machine moet in de richting
bewegen waarin de gele pijl op het
OPERATORHANDLEIDING met onderhoudsinformatie
bedieningspaneel wijst en vervolgens
abrupt stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn
om de machine staande te houden op elke
helling die hij kan beklimmen.
Test beperkte rijsnelheid
39 Druk op de heffunctie-keuzeknop. Breng
het platform ongeveer 3.5 m omhoog van
de grond.
40 Druk op de rijfunctie-keuzeknop.
41 Houd de functieschakelaar op de
proportionele bedieningshendel ingedrukt
en verplaats de proportionele
bedieningshendel langzaam naar de
volledige rijfunctiepositie.
⊙ Resultaat: De maximaal haalbare
rijsnelheid met het platform omhoog mag
niet meer bedragen dan 12.5cm/s.
¤ Resultaat: Als de rijsnelheid met het
platform omhoog sneller is dan 12.5cm/s,
label de machine dan onmiddellijk en stel
deze buiten bedrijf.
Test de werking van de kantelsensor
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit
met de platformbediening. Ga niet op het
platform staan.
42 Laat het platform volledig zakken.
43 Zet beide wielen aan een kant op een blok
van 12cm.
44 Breng het platform ongeveer 3.5 meter
omhoog van de grond.
⊙ Resultaat: Het platform zo moeten stoppen
en het kantelalarm zal weerklinken met 180
piepjes per minuut. De LED-uitlezing op de
platformbediening moet LL weergeven.
45 Druk op de rijfunctie-keuzeknop.
46 Houd de functieschakelaar op de
21
Functietests
Advertenties
Inhoudsopgave
