Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bij De Platformbedieningselementen - Magni ES2223RTP Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

OPERATORHANDLEIDING met onderhoudsinformatie
Functietests
Bij de
platformbedieningselementen
Noodstop testen
17 Duw de rode noodstopknop van de
platformbediening in de uit-stand.
⊙ Resultaat: Geen enkele functie zou moeten
werken.
18 Trek de rode noodstopknop uit naar de
aan-stand.
⊙ Resultaat: Het LED-lampje moet gaan
branden.
Claxon testen
19 Druk de claxonknop in.
⊙ Resultaat: De claxon zou moeten klinken.
Test de functies omhoog/omlaag en
inschakelen
20 Houd de functieschakelaar op de
bedieningshendel niet vast.
21 Verplaats de bedieningshendel langzaam
in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl en vervolgens in de richting
aangegeven door de gele pijl.
⊙ Resultaat: Geen enkele functie zou moeten
werken.
22 Druk op de heffunctie-keuzeknop.
23 Houd de functieschakelaar op de
bedieningshendel ingedrukt.
24 Verplaats de bedieningshendel langzaam
in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl.
⊙ Resultaat: Het platform zou omhoog
moeten gaan.
25 Laat de bedieningshendel los.
⊙ Resultaat: Het platform zou niet langer
omhoog moeten gaan.
26 Houd de functieschakelaar ingedrukt.
Verplaats de bedieningshendel langzaam
in de richting die wordt aangegeven door
de gele pijl.
⊙ Resultaat: Het platform zou omlaag
moeten gaan. Het omlaag-alarm zou
moeten weerklinken terwijl het platform
zakt.
Stuurfunctie testen
Opmerking: Bij het uitvoeren van de stuur- en
rijfunctie-test, gaat u op het platform tegenover
het stuuruiteinde van de machine staan.
27 Druk op de rijfunctie-keuzeknop. Het
indicatielampje zou moeten gaan branden.
28 Druk op de stuurmodus-keuzeknop voor
de stuur-FS-modus (stuurmodus voor).
29 Houd de functieschakelaar op de
proportionele bedieningshendel vast. Druk
de tuimelschakelaar op de proportionele
bedieningshendel in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe driehoek op
het bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: De voorwielen moeten draaien
in de richting waarin de gele driehoek op
het bedieningspaneel wijst.
30 Houd de functieschakelaar op de
proportionele bedieningshendel vast. Druk
de tuimelschakelaar in de richting die
wordt aangegeven door de gele driehoek
op het bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: De voorwielen moeten draaien
in de richting waarin de gele driehoek op
het bedieningspaneel wijst.
31 Druk op de rijfunctiekeuzeknop. Het
indicatielampje moet gaan branden.
32 Druk op de stuurmodus-keuzeknop voor
de stuur-FS-modus (Stuurmodus achter).
33 Druk de functieschakelaar op de
proportionele joystick in en houd deze
20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave