3. Selecteer de functie die u wilt in- of uitschakelen en druk u op Enter.
4. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
5. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie "Setup Utility afsluiten" op pagina 40.
ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen
Lenovo-computers voldoen aan de eco-designvereisten van de ErP Lot 3-regelgeving. Ga voor meer
informatie naar:
http://www.lenovo.com/ecodeclaration
U kunt de ErP LPS-compliantiemodus in het programma Setup Utility inschakelen om het elektriciteitsverbruik
te verlagen wanneer de computer uit of in slaapstand staat.
Ga als volgt te werk om de ErP LPS-compliantiemodus in of uit te schakelen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 35.
2. Selecteer Power ➙ Enhanced Power Saving Mode en druk op Enter.
3. Afhankelijk van of u Enabled of Disabled selecteert, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Als u Enabled selecteert, drukt u op Enter. Schakel vervolgens de functie Wake on LAN uit. Zie "De
Automatic Power On-functies in- en uitschakelen" op pagina 35.
• Als u Disabled selecteert, drukt u op Enter. Ga vervolgens door naar de volgende stap.
4. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie "Setup Utility afsluiten" op pagina 40.
Wanneer de ErP LPS-compliantiemodus is ingeschakeld, kunt u als volgt de computer uit de slaapstand
halen:
• Druk op de aan/uit-knop.
• Schakel de functie Wake Up on Alarm in om uw computer op de ingestelde tijd te activeren. Zie "De
Automatic Power On-functies in- en uitschakelen" op pagina 35.
• Schakel de functie After Power Loss in om de computer te activeren wanneer de voeding na
elektriciteitsuitval weer wordt ingeschakeld.
1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 35.
2. Selecteer Power ➙ After Power Loss en druk op Enter.
3. Selecteer Power On en druk op Enter.
4. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie "Setup Utility afsluiten" op pagina 40.
ICE Performance Mode wijzigen
Met de functie ICE Performance Mode kunt u uw computer laten werken met betere akoestische of betere
thermische prestaties. Er zijn twee opties beschikbaar:
• Better Acoustic Performance (standaardinstelling)
• Better Thermal Performance
Door de functie Better Acoustic Performance in te schakelen zal uw computer beter werken met minder
lawaai op een normaal warmteniveau. Door de functie Better Thermal Performance in te schakelen zal uw
computer beter werken op een beter warmteniveau met de normale akoestische prestaties.
Ga als volgt te werk om te schakelen tussen betere akoestische en betere thermische prestaties:
1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 35.
2. Selecteer Power ➙ Intelligent Cooling Engine (ICE) en druk op Enter.
36
ThinkCentre M73p Gebruikershandleiding