OPGEPAST:
Kijk uit dat u zich niet verbrandt wanneer u in dit gedeelte van het apparaat
komt.
OPGEPAST:
Haal de printer niet uit elkaar wanneer deze aanstaat. U kunt dan een
elektrische schok krijgen.
Ga als volgt te werk om de printer aan te zetten:
1.
Steek een uiteinde van de stroomkabel in de stroomkabelaansluiting aan de achterkant van de printer
en het andere uiteinde in een correct geaard stopcontact.
2.
Druk op de aan/uit-schakelaar om de printer aan te zetten. Het bericht "Opwarmen... Een ogenblik
geduld " verschijnt op het display en geeft aan dat de printer nu is ingeschakeld.
OPMERKING:
Als u de printer voor de eerste keer inschakelt, moet u de taal, de datum, de tijd, het
land en de faxinstellingen configureren. Deze instellingen zijn mogelijk ook noodzakelijk na een
upgrade van de firmware of nadat de printer is gereset.
Faxinstellingen configureren
1.
Stel de taal in. Zie "De taal van het display wijzigen" .
2.
Selecteer het land. Zie "Land selecteren" .
3.
Stel de datum en tijd in. Zie "Tijd en datum instellen" .
4.
Als Faxinstel. verschijnt, drukt u op de bladertoetsen (
Als u Nee selecteert, worden de standaardinstellingen voor faxen hersteld.
Als u Ja selecteert, geldt het volgende:
a.
Het rapport voor hulp bij faxinstellingen wordt afgedrukt.
b.
Voer de apparaat-ID in. Zie "De printer-ID instellen" .
c.
Selecteer de ontvangstmodus en het aantal keer overgaan. Zie "Het faxsysteem instellen" .
d.
Test de faxlijn. Zie "De faxlijnverbinding testen" .
5.
of
) om Ja of Nee te selecteren.