2.
Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen.
3.
Verwijder de tape rond het apparaat.
4.
Plaats een tonercassette.
5.
Plaats papier. Zie "Papier plaatsen" .
6.
Controleer of alle kabels op de printer zijn aangesloten.
7.
Zet de printer aan.
OPMERKING:
Als u de printer verplaatst, mag u hem niet ondersteboven of op zijn kant leggen. In
dit geval kan de binnenzijde van de printer verontreinigd raken door tonerpoeder waardoor er schade
aan uw printer kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
De tonercassette plaatsen
1.
Open de voorklep.
OPGEPAST:
Om beschadiging te voorkomen, mag u de tonercassette niet langer dan enkele
minuten blootstellen aan licht.
OPGEPAST:
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan. Gebruik de hendel op
de cassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt.
2.