452237.69.11 · 10/2016 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP S 35 IDR
8 Inbedrijfstelling
8
Inbedrijfstelling
8.1
Algemeen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze door een door de fabriek
bevoegde klantendienst (Weishaupt-technicus) uitgevoerd te worden. Onder be-
paalde voorwaarden is daarmee een extra garantie verbonden. De inbedrijfstelling
moet in de verwarmingsmodus gebeuren.
8.2
Voorbereiding
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling dienen de volgende punten gecontroleerd te wor-
den:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd te zijn zoals beschreven
in hoofdstuk 7.
De warmtebroninstallatie en de verwarmingskring moeten gevuld en gecontroleerd
zijn.
De vuilzeef in de glycolwaterkring (aan het hydraulische 4-weg-omschakelventiel)
moet gemonteerd zijn.
In de glycolwater- en verwarmingskring moeten alle afsluiters, die de correcte
stroom zouden kunnen belemmeren, zijn geopend.
De warmtepompmanager moet volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing op de
verwarmingsinstallatie zijn afgestemd.
8.3
Werkwijze
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de warmtepompmanager.
ACHTUNG
OPGELET
De inbedrijfstelling gebeurt conform de montage- en gebruiksaanwijzing van de
warmtepompmanager.
16