Afvoer
Een Synthes-implantaat dat met bloed, weefsel en/of lichaamsvloeistof/-materiaal
is verontreinigd, mag nooit opnieuw worden gebruikt en moet volgens het zieken-
huisprotocol worden behandeld.
Hulpmiddelen moeten worden afgevoerd als medisch hulpmiddel voor de gezond-
heidszorg overeenkomstig de ziekenhuisprocedures.
Speciale operatie-instructies
1. Leg de patiënt in laterale decubituspositie of rugligging op een fractuurtafel of
radiolucente operatietafel. Plaats de beeldversterker zodanig dat het proximale
femur in het anteroposterieure en laterale vlak goed zichtbaar is.
2. Reduceer de fractuur.
Voorzorgsmaatregel: Instrumenten en schroeven kunnen scherpe randen of bewe-
gende scharnieren hebben die de handschoenen of huid van de gebruiker kunnen
afklemmen of opensnijden.
Voorzorgsmaatregel: Ga voorzichtig om met hulpmiddelen en gooi versleten
botsnij-instrumenten weg in een goedgekeurde naaldencontainer.
3. Bepaal de CCD-hoek.
4. Bepaal de lengte en diameter van de pen.
Meet met behulp van de radiografische liniaal.
Alternatief: De lengte van de pen kan ook met een ruimer worden bepaald.
5. Bepaal het intredepunt voor de pen.
Maak een incisie in de lengterichting, proximaal van de trochanter major. In het
AP-beeld ligt het intredepunt voor de pen op de tip of iets lateraal van de tip van
de trochanter major, in het gebogen verlengde van de mergholte. Dit is een punt
5° lateraal van de as van de femurschacht, gemeten vanaf een punt vlak onder de
trochanter minor, aangezien de ml hoek van de pen 5° bedraagt.
6. Breng de voerdraad in.
Controleer de plaatsing van de voerdraad in het AP- en laterale vlak. Breng de
draad in tot een diepte van ca. 15 cm.
7. Open het kanaal.
Voer het gecanuleerde boortje over de voerdraad en door de beschermhuls op tot
aan het bot en boor tot aan de stop.
Voorzorgsmaatregel: De voerdraden zijn hulpmiddelen voor eenmalig gebruik: niet
hergebruiken.
Optie: Open het kanaal met de holle ruimer.
Voorzorgsmaatregel: Monitor de boordiepte tijdens de gehele procedure via de
beeldversterker.
8. Optie: Ruim het mergkanaal uit.
Optie: Het ruimerbeschermbuisje kan worden gebruikt om de proximale metafyse
tijdens het ruimte te beschermen.
9. Zet de inbrenginstrumenten in elkaar.
Zorg dat de configuratie van de inbrenghandgreep passend is voor de pen. Steek
de verbindingsschroef door de inbrenghandgreep in de pen. Zet het geheel vast
met de hexagonale bolkopschroevendraaier.
Voorzorgsmaatregel: Zorg dat de pen en inbrenghandgreep goed aan elkaar vast-
zitten (draai deze verbinding zo nodig strakker aan).
Voorzorgsmaatregel: Bevestig de richtarm nu nog niet aan de inbrenghandgreep.
Voorzorgsmaatregel: Controleer bij gebruik van een pen van 235 mm of langer
opnieuw of de juiste pen (rechts of links) is aangebracht.
10. Breng de pen in.
Controleer de fractuurreductie onder beeldversterking en breng de pen met de
hand zo ver mogelijk in. Gebruik de inbrengconstructie om de pen over de breuk
te manipuleren.
Optie: Voor gebruik van een hamer moet de hamerdop op de hybride inbreng-
handgreep worden geschroefd. Monitor de pentip onder beeldversterking.
Voorzorgsmaatregel: De hamer kan ook met de hamergeleider worden gebruikt
om de pen met lichte slagen iets terug te halen als hij iets te ver is ingebracht.
Voorzorgsmaatregel: Controleer of de pen strak op de inbrenghandgreep is beves-
tigd omdat de verbinding los kan komen als er een hamer is gebruikt.
11. Controleer de inbrengdiepte en anteversie van de pen.
Controleer de inbrengdiepte van de pen en de positie voor het helixvormige blad/
de schroef. Pas de penrotatie aan.
12. Breng de geleidehuls in.
Voorzorgsmaatregel: Het distale uitsteeksel van de geleidehuls moet op de laterale
cortex rusten. Zet het niet te strak op de cortex vast, omdat dit de nauwkeurigheid
van de richtconstructie negatief kan beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregel: de materiaalvermoeidheidssterkte van de pen kan worden
beïnvloed en hierdoor kan de pen eerder breken als deze beschadigd raakt tijdens
een stap van het ruimen voor het helixvormige blad/de schroef, evenals door
andere factoren, zoals fractuurreductie, chirurgische techniek, obesitas, mate van
activiteit/belasting, non-union of delayed-union.
SE_793148 AD
13. Breng de voerdraad voor het helixvormige blad/de schroef in.
Voorzorgsmaatregel: Als de positie van de pen moet worden aangepast om het
plaatsen van de voerdraad te vergemakkelijken, verwijdert u de geleidehuls en past
u de positie aan met de inbrenghandgreep. Maak zo nodig een nieuwe incisie voor
het inbrengen van de geleidehuls. Trek niet aan de geleidehuls of het elektrische
gereedschap om deze aanpassing te verrichten, omdat dit de richtnauwkeurigheid
negatief kan beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregel: de materiaalvermoeidheidssterkte van de pen kan worden
beïnvloed en hierdoor kan de pen eerder breken als deze beschadigd raakt tijdens
een stap van het ruimen voor het helixvormige blad/de schroef, evenals door
andere factoren, zoals fractuurreductie, chirurgische techniek, obesitas, mate van
activiteit/belasting, non-union of delayed-union.
Voorzorgsmaatregel: Gebruik de voerdraden niet opnieuw, omdat ze bij het eerste
gebruik verbogen kunnen raken. Als de voerdraad tijdens het inbrengen vervormd
is, gebruik dan een nieuwe voerdraad en gooi de vervormde voerdraad weg.
Voorzorgsmaatregel: Breng de voerdraad voor het blad of de schroef voorzichtig
in om te voorkomen dat de voerdraad in het gewricht uitkomt. Penetratie van het
gewrichtsoppervlak vormt een contra-indicatie voor augmentatie van het blad of
de schroef.
14. Meet de lengte van het helixvormige blad/de schroef.
15. Open de laterale cortex voor het inbrengen van het helixvormige blad/
de schroef.
Voorzorgsmaatregel: Monitor de boordiepte tijdens de gehele procedure met een
beeldversterker.
16. Optie A: Inbrengen van het helixvormige blad.
Voorzorgsmaatregel: Tijdens het inbrengen van het helixvormige blad moet de
beeldversterker worden gebruikt om de positie te controleren.
Voorzorgsmaatregel: Zorg dat de voerdraad geplaatst is tijdens het inbrengen van
het helixvormige blad om te voorkomen dat de canulering verstopt raakt en een
eventuele augmentatieprocedure belemmert.
17. Optie B: Inbrengen van de schroef.
Voorzorgsmaatregel: De schroef heeft geen stop, zodat monitoring van het inbren-
gen met een van de volgende methoden wordt aanbevolen:
– Monitor de diepte met behulp van een beeldversterker
– Monitor de respectieve maatstrepen op de instrumentschacht ten opzichte van
de geleidehuls
Voorzorgsmaatregel: Tijdens het inbrengen van de schroef moet een beeldverster-
ker worden gebruikt om de positie te controleren.
Voorzorgsmaatregel: Zorg dat de voerdraad geplaatst is tijdens het inbrengen van
de schroef om te voorkomen dat de canulering verstopt raakt en een eventuele
augmentatieprocedure belemmert.
18. Rotationele borging.
Voorzorgsmaatregel: Als het borgmechanisme na het aanvankelijke aandraaien
niet
/
slag wordt teruggedraaid zoals hierboven beschreven, zal gecontroleerde
1
2
collaps en compressie van de fractuur mogelijk niet plaatsvinden.
19. Interfragmentaire compressie (optie).
Voorzorgsmaatregel: Bij gebruik van de steun-/compressiemoer met de pensleutel
is voorzichtigheid geboden om overmatige compressie te voorkomen, waardoor
het helixvormige blad zijn grip op het bot zou verliezen, met name bij patiënten met
slechte botkwaliteit.
20. Augmentatie.
Voor augmentatie wordt gebruik van 3 ml botcement aanbevolen.
Voorzorgsmaatregel: De verwerkingstijd voor TRAUMACEM V+ Injectable Bone
Cement op kamertemperatuur (20 °C) bedraagt ongeveer 27 minuten. Op lichaam-
stemperatuur (37 °C) is het materiaal na 15 minuten uitgehard. Na de laatste ce-
mentinjectie moet de patiënt 15 minuten stil blijven liggen, zodat het cement goed
kan uitharden.
Voorzorgsmaatregel: Gebruik uitsluitend radiologische contrastmiddelen die geïn-
diceerd zijn voor deze toepassing.
Voorzorgsmaatregel: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant voor indi-
caties, contra-indicaties, gebruik, voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen en bij-
werkingen van het radiologisch contrastmiddel.
Voorzorgsmaatregel: Gebruik altijd de volledige hoeveelheid monomeervloeistof
en polymeerpoeder in de set bij het mengen van TRAUMACEM V+ Injectable Bone
Cement. Anders kan een goede werking van het TRAUMACEM V+ Injectable Bone
Cement niet gegarandeerd worden. Gebruik van slechts één van de componenten
is niet toegestaan.
Voorzorgsmaatregel: Zorg dat de poedercomponent en de vloeistofcomponent
goed zijn gemengd voordat u het cement overbrengt.
Voorzorgsmaatregel: Zorg dat de spuit en de afsluiter/gebruikte toegangsoplos-
sing goed op elkaar aansluiten, maar zorg dat u op de as zit en vermijd overmatige
kracht bij het maken van de verbinding. Beide onderdelen zijn van plastic en zou-
den kunnen breken.
Voorzorgsmaatregel: Breng de canule niet meer dan 5 mm voorbij de lengte van
het geselecteerde kop-element in. Gebeurt dit wel, dan wordt er cement geïnjec-
teerd voor de tip van het kop-element, wat geen extra stabiliteit oplevert en het
risico op doorboring en cementlekkage vergroot.
pagina 7 / 8