Waarschijnlij
ke fout
66
• Controleer de zekering en de activering van de
leidingbeveiligingsschakelaar in de verdeelkast.
• Controleer de netspanning en de bruikbaarheid van het
stroomnet.
35
• Controleer de AC-kabel en de netaansluiting van de
omvormer.
Als de fout blijft optreden, neem dan contact op met de
technische service.
• Controleer of de aardaansluiting van de omvormer
betrouwbaar aangesloten is en werkt.
• Voer een visuele inspectie van alle kabels en
36
PV-panelen van de PV-installatie uit.
Als de fout blijft optreden, neem dan contact op met de
technische service.
• Controleer de nullastspanningen van de strings en
zorg ervoor dat deze onder de maximale
DC-ingangsspanning van de omvormer liggen.
37
Als de ingangsspanning binnen het toegestane bereik
valt en de fout blijft optreden, neem dan contact op
met de technische service.
• Controleer de isolatie van de PV-generator t.o.v. aarde
en zorg ervoor dat de isolatieweerstand t.o.v.
referentieaarde hoger is dan 1 MOhm. Is dit niet het
geval, voer dan een visuele inspectie van alle kabels en
panelen van de PV-installatie uit.
38
• Controleer of de aardaansluiting van de omvormer
betrouwbaar aangesloten is en werkt.
Als deze fout vaak optreedt, neem dan contact op met
de technische service.
• Controleer of de luchttoevoer naar het koellichaam
40
wordt belemmerd.
• Controleer of de omgevingstemperatuur rond de
Installatie- en bedieningshandleiding
V02