1.1 Toepassingsgebied Deze handleiding beschrijft de montage, installatie, inbedrijfstelling en het onderhoud van de onderstaande omvormers van Zeversolar: Eversol TL1000, TL1500-20, TL2000-20 en TL3000-20. Neem alle met de omvormer meegeleverde documentatie in acht. Bewaar de documentatie op een toegankelijke plek, zodat deze te allen tijde snel beschikbaar is.
1.3 Symbolen in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende soorten veiligheidsaanwijzingen en algemene aanwijzingen gebruikt: GEVAAR ! "GEVAAR!" markeert een veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of ernstig lichamelijk letsel leidt. WAARSCHUWING ! "WAARSCHUWING!"...
2006/95/EG en de EMC-richtlijn 2004/108/EG. Ze dragen een CE-markering en voldoen aan alle eisen van de volgende normen: Type Normen Eversol TL1000-20 NEN EN 50438,G83/2 (2012) VDE-AR-N 4105 (2011), VDE 0126-1-1 (2013), VDE 0126-1-1/A1 (2012),G83/2 (2012), AS4777 (2005), NEN EN 50438, UTEC 15-712-1...
2.3 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen GEVAAR ! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer ! • Alle werkzaamheden aan de omvormer mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoolde vakmensen die alle veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding hebben gelezen en deze volledig hebben begrepen. • Houd kinderen onder toezicht om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
2.4 Symbolen op het typeplaatje Symbool Toelichting Waarschuwing voor hoge spanning De omvormer werkt met hoge spanning en hoge stroom. Alle werkzaamheden aan de omvormer mogen uitsluitend door geschoolde en geë xamineerde vakmensen worden uitgevoerd. Waarschuwing voor hete oppervlakken De omvormer kan heet worden als hij in bedrijf is. Vermijd aanraking tijdens bedrijf.
2.5 Basisbescherming De omvormer is af fabriek voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen: 1) Over- en onderspanningsbeveiliging 2) Over- en onderfrequentiebeveiliging 3) Overtemperatuurbewaking 4) Aardlekbewaking 5) Isolatiebewaking 6) Bescherming tegen vorming van een stand-alone netwerk 7) Bewaking van de gelijkstroomcomponent Installatie- en bedieningshandleiding...
4 Montage 4.1 Omgevingsvoorwaarden Zorg ervoor dat de omvormer buiten het bereik van kinderen wordt gemonteerd. 2. De omvormer moet op een plaats worden gemonteerd, waar hij niet per ongeluk kan worden aangeraakt. 3. De omvormer moet goed toegankelijk zijn voor inbouw- en onderhoudswerkzaamheden.
Pagina 13
Voor een optimale werking mag de omgevingstemperatuur niet hoger dan 40° C zijn. Om te voorkomen dat het vermogen van de omvormer automatisch wordt gereduceerd wegens oververhitting, moet de omvormer zo worden gemonteerd dat hij nooit langere tijd blootstaat aan zoninstraling. De montagelocatie, -wijze en -ondergrond dienen geschikt te zijn voor het gewicht en de afmetingen van de omvormer .
4.2 Montagelocatie kiezen Waarschuwing! Levensgevaar door vuur of explosie. • Monteer de omvormer niet op brandbare materialen. • Monteer de omvormer niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen bevinden. • Monteer de omvormer niet in explosiegevaarlijke omgevingen. De omvormer moet loodrecht of maximaal 15° naar achteren gekanteld worden gemonteerd.
4.3 De omvormer met wandsteun monteren VOORZICHTIG! Gevaar voor lichamelijk letsel door het hoge gewicht van de omvormer! • Houd tijdens de montage rekening met het gewicht van de omvormer van ca. 14 kg. Werkwijze: 1. Gebruik de wandsteun als boormal en markeer de positie van de boorgaten.
Pagina 16
hellend aan de wandsteun. Controleer aan beide kanten of de omvormer goed is ingehangen. Druk de omvormer zo ver mogelijk in de wandsteun en bevestig hem met behulp van de M5-schroeven en onderlegringen aan beide kanten aan de wandsteun. Als in uw land een tweede aardleiding is vereist, aard dan de omvormer en maak hem dusdanig vast dat hij niet uit de wandsteun kan worden getild (zie hoofdstuk 5.4.3., "Tweede aardleiding aansluiten").
5 Elektrische aansluiting 5.1 Veiligheid WAARSCHUWING ! Gevaar voor lichamelijk letsel door elektrische schok ! • De omvormer mag uitsluitend door geschoolde en erkende vakmensen worden geï nstalleerd. • Alle elektrische installaties moeten voldoen aan de normen van de nationale aansluitvoorschriften evenals aan de ter plaatse geldende richtlijnen.
5.2 Systeemopbouw zonder ingebouwde DC-schakelaar Het is mogelijk dat volgens plaatselijke normen of richtlijnen is voorgeschreven dat PV-installaties aan DC-zijde van een externe DC-schakelaar moeten zijn voorzien. De DC-schakelaar moet in staat zijn ten minste de nullastspanning van de PV-generator plus een veiligheidsreserve van 20 % veilig te scheiden.
5.4 AC-aansluiting GEVAAR ! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer ! Controleer voor u met de elektrische aansluiting begint of de leidingbeveiligingsschakelaar is uitgeschakeld en tegen herinschakelen is beveiligd. 5.4.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting Kabelvereisten De aansluiting aan het openbare stroomnet gebeurt door middel van drie leidingen (L, N en PE).Voor litzedraad worden de volgende specificaties aanbevolen.
De maximale kabellengten in relatie tot de kabeldoorsnede worden in de onderstaande tabel weergegeven. Maximale kabellengte Leidingdoorsnede TL1000-20 TL1500-20 TL2000-20 TL3000-20 2.5 mm² 23 m 21 m 15 m 4 mm² 37 m 33 m 24 m De vereiste leidingdoorsnede hangt af van het opgegeven vermogen van de omvormer, de omgevingstemperatuur, de bekabelingsmethode, het kabeltype, de leidingverliezen, de in het desbetreffende land geldende installatievoorschriften en andere criteria.
Pagina 21
Werkwijze Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig deze tegen onopzettelijk herinschakelen. Schuif de stelschroef (D) over de AC-leiding. Schuif de schroefmof (B) met de afdichtring over de AC-leiding. Buig de AC-leiding. De buigradius moet ten minste het viervoudige van de diameter van de leiding bedragen.
Pagina 22
• Steek de aardleiding (groen-geel) in de schroefklem met het aardingsteken en draai de schroef met behulp van een POZI-2-schroevendraaier met een koppel van 0,8 Nm tot 1 NM aan. • Steek de nulleider N (blauw) in de schroefklem N van de aansluitbus en draai de schroef vast.
5.4.3 Tweede aardleiding aansluiten Indien nodig kan de aardklem voor het aansluiten van een tweede aardleiding of als potentiaalvereffening worden gebruikt. Werkwijze Verwijder de kabelschoen, steek de gestripte aardleiding in de kabelschoen en krimp het contact. Schuif de onderlegring, de kabelschoen met de aardleiding en de aardingsschijf in de aangegeven volgorde over schroef.
5.4.4 Aardlekbeveiliging De omvormer is uitgerust met een voor alle stroomtypen gevoelige aardlekbewaking met geï ntegreerde verschilstroomsensor conform DIN VDE 0100-712 (IEC60364-7-712:2002). Daarom is een aanvullende aardlekbeveiliging niet noodzakelijk. Als volgens de voorschriften ter plaatse de installatie van een aardlekbeveiliging vereist is, kan als aanvullende beveiliging een aardlekbeveiliging van het type A of B worden geï...
5.4.5 Overspanningscategorie De omvormer kan in openbare stroomnetten van installatiecategorie III of lager conform IEC 60664-1 worden gebruikt. Dit betekent dat hij permanent kan worden aangesloten aan het netaansluitpunt van een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten in de open lucht zijn aanvullende maatregelen voor de overspanningsbeveiliging vereist om de overspanningscategorie IV naar overspanningscategorie III te reduceren.
5.5 DC-aansluiting GEVAAR ! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer ! • Vóór het aansluiten van de PV-generator moet worden gecontroleerd of de DC-schakelaar uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is. • De DC-stekkers mogen niet worden gescheiden als ze belast worden. 5.5.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting AANWIJZINGEN ! Als Y-kabels worden gebruikt, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden...
Pagina 27
TL2000-20 500 V 12 A 18 A TL3000-20 500 V 18 A 27 A • De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de positieve DC-connectoren. • De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de negatieve DC-connectoren.
5.5.2 DC-connectoren confectioneren Confectioneer de DC-connectoren zoals hieronder beschreven. Let daarbij op de juiste polariteit. De DC-connectoren zijn gemarkeerd met "+" en "–". Kabelvereisten: De kabel moet van het type PV1-F, UL-ZKLA of USE2 zijn en de volgende eigenschappen hebben: buitendiameter: 5 mm…8 mm ...
Pagina 29
Controleer of de kabel goed vastzit: Resultaat Maatregel Als de litzedraden in de opening van • Ga verder met punt 5. de klembeugel te zien zijn, zit de kabel goed. Als de litzedraad niet in de opening te • Maak de klembeugel los. Haak hiervoor zien is, zit de kabel niet goed.
5.5.3 DC-connectoren demonteren 1. Draai de wartelmoer los. 2. Maak de DC-connector los door een platte schroevendraaier (bladbreedte: 3,5 mm) in de zijdelingse vergrendeling te steken en deze open te wrikken. 3. Trek de DC-connector voorzichtig uit elkaar. 4. Maak de klembeugel los. Haak hiervoor een platte schroevendraaier (bladbreedte: 3,5 mm) in de klembeugel en wrik de klembeugel open.
5.5.4 PV-generator aansluiten OPGELET ! De omvormer kan door overspanning onherstelbaar beschadigd raken ! Als de spanning van de strings de maximale DC-ingangsspanning van de omvormer overschrijdt, kan deze door overspanning onherstelbaar worden beschadigd. De aanspraak op garantie vervalt in dergelijke gevallen. •...
Pagina 32
7. Controleer of alle DC-connectoren stevig vastzitten. OPGELET ! Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof ! DC-ingangen die niet worden gebruikt moeten van afdichtpluggen worden voorzien, zodat geen vocht of stof in de omvormer kan binnendringen. • Zorg ervoor dat alle DC-connectoren goed zijn afgedicht. 8.
Wij bieden een platform voor de bewaking op afstand aan onder de naam "Solarcloud". De "Solarcloud" app kan op Android- of iOS-apparaten worden geï nstalleerd. Meer informatie over dit systeem vindt u op de website http://solarcloud.zeversolar.com. Installatie- en bedieningshandleiding...
Pagina 34
De pinindeling van de RJ45-bus van de omvormer is als volgt: Pin1------- TX_RS485A Pin2-------TX_RS485B Pin3-------RX_RS485A Pin4-------GND Pin5-------GND Pin6-------RX_RS485B Pin7-------+7V Pin8-------+7V RS485-communicatie via netwerkkabel: Draai de vier schroeven van de aansluitplaat van de omvormer open met een Torx T20-schroevendraaier en verwijder de aansluitplaat. Draai de wartelmoer van de M25-kabelschroefverbinding eraf en verwijder de blindstop uit de kabelschroefverbinding.
Pagina 35
2. Actuele pinindeling van de netwerkkabel conform EIA/TIA 568: 3. Schuif de kabelschroefverbinding en de aansluitplaat over de netwerkkabel en steek de RJ45-stekker in de RJ45-bus. OPGELET ! Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof ! Als de aansluitplaat en de kabelschroefverbinding niet correct worden gemonteerd, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen en deze onherstelbaar beschadigen.
4. Verbind de omvormer via de bovengenoemde netwerkkabel met de PMU of een ander communicatieapparaat. 5. Bevestig de aansluitplaat van de omvormer met de vier schroeven en draai deze vast met een momentsleutel (koppel: 1,4 tot 1,6Nm). Druk de afdichtring met de netwerkkabel in de kabelschroefverbinding en draai de wartelmoer met de hand aan.
7 In bedrijf In dit hoofdstuk worden de leds, de bedieningsknop en de displaymeldingen evenals de instelling van de taal en de geldende veiligheidsvoorschriften toegelicht. 7.1 Overzicht van het bedieningspaneel De omvormer is voorzien van een tekstdisplay, drie leds en een bedieningsknop. A B C Onderdeel Omschrijving...
Pagina 38
Regel 1 Informatie over de toestand E-Today Dagwaarde energie E-Total Totale energie sinds de installatie van de omvormer DC-ingangsspanning DC-ingangsstroom Actuele uitgangsstroom Frequency Netfrequentie Model Typeaanduiding Version Firmwareversie Set Language Geselecteerde taal Uitgangsspanning Serial No. Serienummer Regel 2 Pac = xxxx.x W Stroomuitgang Installatie- en bedieningshandleiding...
7.1.2 Bedieningsknop De omvormer is voorzien van een bedieningsknop waarmee tussen de verschillende displaymeldingen voor meetwaarden en gegevens kan worden gebladerd, de volgende waarde kan worden opgeroepen en de weergave van de gewenste informatie op de display kan worden vastgezet. De displaymenu's zijn doorlopend, d.w.z.
7.1.3 Leds De omvormer is voorzien van drie leds in de kleuren groen, rood en geel, die informatie over de verschillende bedrijfstoestanden geven. Groene led: De groene led brandt als de omvormer normaal werkt. Gele led: De gele led knippert als de omvormer met andere apparaten (PMU, Solarlog enz.) communiceert.
7.2 Displaymeldingen Op de display kunnen naast de verschillende bedrijfstoestanden ook verschillende andere meldingen worden weergegeven, zoals in de volgende tabel te zien is: Toestand Foutcode Omschrijving Oorzaken De PV-startspanning ligt tussen de minimale DC-ingangsspanning en de Wachten DC-start-ingangsspanning van de omvormer.
Pagina 42
De aardlekstroom ligt boven de maximaal Aardlek toegestane waarde. De gelijkstroomcomponent bij de uitgang DC-terugleveri ligt boven de maximaal toegestane waarde. ng hoog Fout tijdens De uitgangsrelais is uitgevallen. relaiscontrole EEPROM-R/W- Tijdens het lezen of schrijven van de EEPROM is een fout opgetreden. fout DC-terugleveri De master-microcontroller heeft een...
7.3 Taal en landspecifieke gegevensrecord instellen Voor deze instellingen worden uitgevoerd, moet de DC-schakelaar worden uitgeschakeld en moet ervoor worden gezorgd dat de leidingbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld is en tegen onopzettelijk herinschakelen is beveiligd. Bovendien moet de omvormer goed geaard zijn. 7.3.1 Taal instellen De omvormer ondersteunt twee talen: Duits en Engels.
Pagina 44
Druk daarna de bedieningsknop 10 seconden lang in. De display geeft de veiligheidsvoorschriften weer, zoals in het volgende voorbeeld: "DE VDE-AR-N 4105" staat voor de veiligheidsvoorschriften voor Duitsland (VDE4105) DE VDE-AR-N 4105 Pac= 0.0 W Stap 3: druk na de uitvoering van stap 2 en voor de achtergrondverlichting van de display wordt uitgeschakeld opnieuw é...
8 Inbedrijfstelling AANWIJZING! Gevaar voor lichamelijk letsel door verkeerde installatie! Het wordt ten zeerste aanbevolen voor de inbedrijfstelling de volgende tests uit te voeren, om een mogelijke beschadiging van het apparaat door een verkeerde installatie te voorkomen. 8.1 Elektrische tests Om de elektrische veiligheid te garanderen moeten de volgende elektrische tests worden uitgevoerd: ①...
8.2 Mechanische tests Om de waterdichtheid van de omvormer te garanderen moeten de volgende mechanische tests worden uitgevoerd: ① Controleer of de niet gebruikte DC-ingangsbussen van afdichtdoppen zijn voorzien om de omvormer af te dichten. ② Controleer of de kabelschroefverbinding volgens voorschrift is gemonteerd en stevig vastzit.
9 Omvormer spanningsvrij schakelen Voordat er werkzaamheden aan de omvormer mogen worden verricht, moet deze altijd op de in dit hoofdstuk beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld.Houd daarbij altijd de aangegeven volgorde aan. 1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen. 2.
10.4 Algemene gegevens Type TL1000-20 TL1500-20 TL2000-20 TL3000-20 11,5 kg Nettogewicht 14 kg 415 × 352 × Afmetingen L x B X D 415 × 352 × 128 mm 145 mm Montageomgeving Binnen en buiten Montageadvies Wandsteun Bereik bedrijfstemperatuur −25 °C … +60 ℃ Maximaal toegestane waarde voor relatieve vochtigheid (niet 100 %...
10.5 Rendement Het volgende diagram toont het bedrijfsrendement voor de drie ingangsspanningen (Vmppmax, Vdc,r en Vmppmin). In alle gevallen heeft het aangegeven rendement betrekking op de genormeerde standaard vermogensuitvoer (Pac, Pac,r) (conform EN 50524 (VDE 0126-13): 2008-10, punt 4.5.3). Opmerking: de waarden zijn gebaseerd op de opgegeven netspanning, cos(φ ) = 1 en een omgevingstemperatuur van 25 °...
10.5.3 Rendementscurve TL2000-20 Max. rendement, η max 97,0 % Europees gewogen rendement, η EU 96,0 % 10.5.4 Rendementscurve TL3000-20 Max. rendement, η max 97,2 % Europees gewogen rendement, η EU 96,2 % Installatie- en bedieningshandleiding...
10.6 Vermogensreductie Om een veilig bedrijf te garanderen kan het apparaat automatisch zijn vermogensuitvoer reduceren. De vermogensreductie is afhankelijk van verschillende bedrijfsparameters, waaronder de omgevingstemperatuur en de ingangsspanning, de spanning en frequentie van het stroomnet en het door de PV-panelen beschikbaar gestelde vermogen. Het apparaat is in staat het vermogen tijdens bepaalde perioden van de dag op basis van deze parameters te reduceren.
Pagina 56
Vermogensreductie bij verhoogde omgevingstemperatuur (TL2000-20) Vermogensreductie bij verhoogde omgevingstemperatuur (TL3000-20) Installatie- en bedieningshandleiding...
11 Zoeken naar fouten Als de PV-installatie niet goed functioneert, worden de volgende maatregelen voor een snelle oplossing van de fout aanbevolen.Als er een fout is opgetreden, brandt de rode led. De oorzaken van fouten worden beschreven in hoofdstuk 9.2, "Displaymeldingen".
Pagina 58
• Controleer de netfrequentie en houd in de gaten hoe vaak er grotere schommelingen voorkomen. Als deze fout door frequente schommelingen wordt veroorzaakt, probeer dan de bedrijfsparameters te wijzigen, nadat u de netwerkexploitant vooraf hierover in kennis hebt gesteld. • Controleer de zekering en de activering van de leidingbeveiligingsschakelaar in de verdeelkast.
12 Onderhoud De omvormer hoeft normaal gesproken niet te worden onderhouden of gekalibreerd. Controleer de omvormer en de kabel regelmatig op zichtbare beschadigingen. Schakel de omvormer vrij voor u hem reinigt. Reinig de behuizing en de display met een zachte doek. Zorg ervoor dat het koellichaam aan de achterkant van de omvormer niet wordt afgedekt.
14 Contact Neem bij technische problemen met onze producten contact op met de Zeversolar klantenservice. Wij hebben de volgende gegevens nodig om u doelgericht te kunnen helpen: • type van de omvormer • serienummer van de omvormer • type en aantal aangesloten PV-panelen •...