8 Inbedrijfstelling
Risico op lichamelijk letsel door verkeerde installatie
• Het wordt ten zeerste aanbevolen voor de inbedrijfstelling de volgende tests
uit te voeren om een mogelijke beschadiging van het apparaat door een
verkeerde installatie te voorkomen.
8.1 Elektrische controles
De volgende belangrijke elektrische testen moeten worden uitgevoerd:
① Controleer de aardaansluiting met behulp van een multimeter: controleer of het
blootliggende deel van het metalen oppervlak van de omvormer is geaard.
Levensgevaar door aanwezigheid van hoge DC-spanning
• Pak de kabels van de PV-generator uitsluitend aan de isolatie vast.
• Raak de onderconstructie en het frame van de PV-generator niet aan.
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, bijv. isolatiehandschoenen.
② DC-spanningswaarden controleren: controleer of de gelijkspanning van de strings
de toegelaten waarden niet overschrijdt. De maximaal toegelaten
DC-spanningswaarden in het ontwerp van het PV-systeem vindt u in het
hoofdstuk 2.1 "Reglementair gebruik".
③ Polariteit van de DC-spanning controleren: controleer of de gelijkspanning de
juiste polariteit heeft.
④ Controleer met behulp van een multimeter de isolatie van de PV-generator t.o.v.
aarde: de isolatieweerstand t.o.v. de aarde moet groter zijn dan 1 MOhm.
48
Installatie- en bedieningshandleiding
V02