systeembeheerder>. U kunt ook de naam van een beheerder registreren.
instellen(P. 234)
Pincode systeembeheerder
Typ maximaal zeven cijfers voor de pincode voor de systeembeheerder.
Naam systeembeheerder
Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam van de beheerder.
Instellingen Apparaatinformatie
Typ maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam en de installatielocatie om de machine te identificeren.
Apparaatnaam
Locatie
Apparaatinformatie>
<Apparaatnaam> in of <Locatie> (
Beveiligingsinstellingen
Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten op IP- of MAC-adressen.
Gebruik TLS
Geef aan of u communicatie met TLS-versleuteling wilt gebruiken.
inschakelen voor de UI op afstand(P. 254)
Uit
Aan
IPv4-adresfilter
Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten die zijn ontvangen van
apparaten met opgegeven IPv4-adressen.
Uit
Aan
Overzicht van menuopties
<Instellingen Systeembeheer>
*1
De pincode van de systeembeheerder
<Instellingen
Selecteer <Apparaatnaam> of <Locatie>
Tekst invoeren(P. 36) )
Communicatie met TLS-versleuteling
IP-adressen opgeven voor firewallregels(P. 239)
339
Voer
<Toepassen>