WEP gebruiken
1
Selecteer <WEP> en druk op
2
Selecteer een verificatiemethode en druk op
<Open systeem>
Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd.
<Gedeelde sleutel>
Gebruikt de WEP-sleutel als wachtwoord.
Wanneer <Open systeem> is geselecteerd
Wanneer u verbinding maakt met een draadloze LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als
op de draadloze routerverificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld. In dat geval wordt de
instelling automatisch gewijzigd in <Gedeelde sleutel> en wordt er opnieuw geprobeerd verbinding te
maken.
3
Selecteer <WEP-sleutel bewerken> en druk op
4
Selecteer de WEP-sleutel (1 tot 4) die u wilt wijzigen en druk op
●
U kunt maximaal vier WEP-sleutels opslaan.
5
Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven.
●
Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen, selecteer <Toepassen> en druk op
Tekst invoeren(P. 36)
Netwerk (MF244dw / MF232w)
.
.
.
185
.
.