Als u nog steeds geen toegang hebt tot de geïntegreerde webserver, zet u de printer uit met de
het voorpaneel en zet u hem daarna weer aan.
Wanneer u slechts langzaam vooruitgang boekt bij het verkrijgen van toegang tot de geïntegreerde webserver,
kan het probleem te wijten zijn aan het gebruik van een proxyserver. Probeer direct toegang te krijgen tot de
geïntegreerde webserver, zonder tussenkomst van de proxyserver.
In Internet Explorer 6 voor Windows gaat u naar Extra > Internet-opties > Verbindingen > LAN-instellingen
●
en schakelt u het selectievakje Proxyserver niet gebruiken voor lokale adressen in. U kunt ook op de knop
Geavanceerd klikken om het IP-adres van de printer toe te voegen aan de lijst van uitzonderingen waarvoor
de proxyserver niet wordt gebruikt.
Ga in Safari voor MAC OS X naar Safari > Voorkeuren > Geavanceerd en klik op de knop Proxy's: Instellingen
●
wijzigen. Voeg het IP-adres of de domeinnaam van de printer toe aan de lijst van uitzonderingen, waarvoor
de proxy niet wordt gebruikt.
Foutmelding 'geen geheugen meer'
Er is geen directe relatie tussen de grootte van een bestand op uw computer en de hoeveelheid geheugen dat
nodig is om het bestand af te drukken. Vanwege bestandscompressie en andere factoren is het moeilijk in te
schatten hoeveel geheugen nodig is om een taak af te drukken. Het is mogelijk dat de printer niet genoeg
geheugen heeft om een bepaalde taak af te drukken, ondanks het feit dat er eerder grotere taken zijn afgedrukt.
Een oplossing is geheugen toevoegen aan uw printer.
Als u het Windows HP-GL/2-stuurprogramma gebruikt, kunnen problemen met het printergeheugen vaak
worden opgelost door op het tabblad Geavanceerd te klikken, vervolgens Documentopties te selecteren en
daarna Printerfuncties en Taak als raster afdrukken.
OPMERKING:
duren.
De plaatrollen piepen
Als u merkt dat de plaatrollen piepen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP: http://
welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html
Geen toegang tot HP DesignJet Utility
Lees
HP DesignJet Utility openen op pagina 19
1.
Ga naar het voorpaneel en selecteer het pictogram Connectivity (Connectiviteit)
Geavanceerd > Webservices > HP Utility-software > Inschakelen.
2.
Als u een TCP/IP-verbinding hebt met uw printer, gaat u naar het voorpaneel en selecteert opnieuw u het
pictogram Connectivity (Connectiviteit)
3.
Selecteer het type verbinding dat u gebruikt.
4.
Selecteer Informatie weergeven.
Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, zet u de printer uit met de
u hem daarna weer aan.
180 Hoofdstuk 16 Overige problemen oplossen
Als u deze optie selecteert, kan het verwerken van de taak op de computer aanzienlijk langer
als u dat nog niet hebt gedaan.
.
Aan/uit-toets
en vervolgens
Aan/uit-toets
op het voorpaneel en zet
op
NLWW