Het onderstaande is alleen van toepassing op personen
met geïmplanteerde medische apparaten die actief zijn
(bijv. pacemakers, defibrillator, etc.):
• Houd het draadloze hoortoestel op minstens 15 cm afstand
van het actieve implantaatsysteem. Als u enige interferentie
ondervindt, dient u het draadloze hoortoestel niet langer te
gebruiken en contact op te nemen met de fabrikant van het
actieve implantaatsysteem. Interferentie kan ook veroorzaakt
worden door elektrische leidingen, elektrostatische ontlading,
metaaldetectorpoorten op de luchthaven, etc.
• Houd de magneten (bijv. EasyPhone-magneet etc.) op minstens
15 cm (6 inch) afstand van het actieve implantaatsysteem.
• Bij gebruik van Phonak draadloze accessoires, raadpleegt
u het hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
van uw draadloze accessoire-handleiding.
Het gebruik van deze apparatuur naast of in combinatie met
andere apparatuur moet worden vermeden, aangezien het
kan leiden tot onjuiste werking. Indien een dergelijk gebruik
noodzakelijk is, dienen deze apparatuur en andere apparatuur
te worden geobserveerd om er zeker van te zijn dat ze naar
behoren functioneren.
68