7.2 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
De productinformatie en het toebehoren uit de bin-
1.
nenruimte nemen. Verpakkingsresten, zoals korrel-
tjes piepschuim en tape aan binnen- en buitenzijde
van het apparaat verwijderen.
Gladde oppervlakken in de binnenruimte afnemen
2.
met een zachte, vochtige doek.
Schakel het apparaat in met
3.
Volgende instellingen uitvoeren:
4.
Verwarmingsmethode
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met
▶
a Op het display verschijnt het menu.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Schakel het apparaat uit met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
▶
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
▶
nenruimte opnemen.
Start de werking met
▶
a Op het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
Druk op
om de werking te onderbreken.
1.
Druk opnieuw op
2.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
Druk op of om in de verschillende selectiemoge-
1.
lijkheden te bladeren.
.
2D hetelucht
.
.
.
om de werking te hervatten.
Temperatuur
Tijdsduur
→ "De Bediening in essentie", Pagina 13
In werking stellen.
5.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
‒
het apparaat opwarmt.
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
Schakel het apparaat uit met
6.
Als het apparaat is afgekoeld, gladde oppervlakken
7.
in de binnenruimte met zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
8.
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
Druk op de betreffende tegel om een functie te kie-
2.
zen.
a Al naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of verdere tegels waaruit gekozen kan
worden.
Druk indien gewenst op een andere tegel.
3.
Om instelwaarden te wijzigen:
4.
Druk op
of
.
‒
Of de waarde direct via de instelbalk kiezen.
‒
Start de werking met
5.
Wanneer de werking is beëindigd:
6.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Tip: Uw instellingen kunt u als "Favorieten"
en opnieuw gebruiken.
→ "Favorieten", Pagina 18
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Druk op "Verwarmingsmethoden".
1.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
2.
Stel de temperatuur in met
3.
instelbalk.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
– → "Tijdfuncties", Pagina 14
– → "Magnetron", Pagina 15
Start de werking met
4.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staan de instelwaarde en de tijd hoe-
lang het programma al loopt.
Schakel het apparaat uit met
5.
klaar is.
Opmerking: De meest geschikte verwarmingsmethode
voor uw gerechten vindt u in de beschrijving van de
verwarmingsmethoden.
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
Druk op
.
1.
Druk op
.
2.
De Bediening in essentie nl
maximaal
1 uur
.
.
wanneer het ge-
opslaan
of
of direct via de
.
wanneer het gerecht
13