nl Functies
Functie
Gebruik
Verwar-
Fijn afgestemde verwarmingsmethoden
mingsme-
voor een optimale bereiding van uw ge-
thoden
rechten kiezen.
→ "De Bediening in essentie",
Pagina 13
Gerechten
Geprogrammeerde, aanbevolen instel-
lingen voor verschillende gerechten ge-
bruiken.
→ "Gerechten", Pagina 17
Magnetron
Met magnetron sneller bereiden, verhit-
ten of ontdooien.
→ "Magnetron", Pagina 15
5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
de
2D-Hetelucht
Onderwarmte
Boven- en onder-
warmte
Boven-onderwarmte
zacht
Grill, groot
Grill, klein
Hetelucht zacht
Circulatiegrillen
Servies voorverwar-
men
10
Temperatuurbe-
Gebruik en werkwijze
reik
Eventuele extra functies
30 - 230°C
Op één niveau bakken of braden.
De ventilator in de achterwand verdeelt de warmte gelijkmatig in
de binnenruimte.
30 - 230°C
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
30 - 230°C
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
30 - 230°C
Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode boven 150°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
Vast vooringe-
Platte producten, zoals worstjes of toast grillen. Gerechten grati-
stelde grillstand
neren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Vast vooringe-
Kleine hoeveelheden grillen, zoals worstjes of toast. Kleine hoe-
stelde grillstand
veelheden gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
30 - 230°C
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op één niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen
125-230°C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
30 - 230°C
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
30 - 90°C
Servies voorverwarmen.
Functie
Gebruik
Reiniging
Reinigingsfunctie voor de binnenruimte
kiezen.
→ "Reinigingsondersteuning humid-
Clean", Pagina 24
Favorieten
Eigen opgeslagen instellingen gebrui-
ken.
→ "Favorieten", Pagina 18
Home Con-
Verbind de oven met een mobiel eind-
nect
apparaat en op afstand bedienen om
de volledige functionaliteit van het ap-
paraat te benutten.
→ "Home Connect ", Pagina 20
Basisinstel-
Basisinstellingen openen.
lingen
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.