Afdrukken (Vervolg)
Probleem
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Er zit een vlek in het midden aan de
bovenkant van de afgedrukte
pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Er staan vlekken op de achterkant
of onder aan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld.
Kan '2 op 1' of '4 op 1'-afdrukken
niet uitvoeren.
Het afdrukken verloopt te traag.
Machine voert meerdere pagina's
in.
De afgedrukte pagina's zijn niet
juist afgelegd.
Bedrukte pagina's worden met
meerdere vellen tegelijk ingevoerd
en veroorzaken een papierstoring.
Machine kan niet afdrukken
wanneer Paint Brush wordt
gebruikt.
Machine kan niet afdrukken
wanneer Adobe Illustrator wordt
gebruikt.
De machine kan niet de volledige
pagina's van een document
afdrukken.
Het bericht Geheugen vol word t
weergegeven.
96
Suggesties
Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst in de papierlade en dat de
papiergeleiders aan de zijkant en de achterkant goed staan afgesteld. (Zie Papier,
enveloppen en ander afdrukmateriaal laden op pagina 15.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed is bevestigd.
Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult. (Zie Toegestane
papiersoorten en andere afdrukmaterialen op pagina 11.)
Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Zie Toegestane papiersoorten en
andere afdrukmaterialen op pagina 11.) Raak het papier pas aan als de inkt droog
is.
Controleer of er geen inkt op de drukplaat zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 112.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier, enveloppen en
ander afdrukmateriaal laden op pagina 15.)
Controleer of Omgekeerde volgorde juist is ingesteld op het tabblad Normaal
van het printerstuurprogramma.
Klik op het tabblad Normaal van het printerstuurprogramma op Instellingen en
schakel Bi-Directioneel Printen uit.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en het
printerstuurprogramma hetzelfde zijn.
Wijzig de instelling van het printerstuurprogramma. De hoogste resolutie heeft
meer tijd nodig voor het verwerken, verzenden en afdrukken van de gegevens.
Probeer de andere kwaliteitsinstellingen op het tabblad Normaal van het
printerstuurprogramma. Klik ook op het tabblad Instellingen en schakel
Kleurverbetering uit.
Schakel de functie Zonder marges uit. Printen zonder marges is langzamer dan
normaal printen. (Zie Afdrukken voor Windows
®
Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier,
enveloppen en ander afdrukmateriaal laden op pagina 15.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier, enveloppen en
ander afdrukmateriaal laden op pagina 15.)
Trek de papiersteun uit tot deze op zijn plaats klikt.
Probeer het beeldscherm in te stellen op '256 kleuren'.
Gebruik een lagere resolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
faxen voor Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Verminder de afdrukresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
faxen voor Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Verminder de complexiteit van het document en probeer het opnieuw. Verlaag de
grafische kwaliteit of verminder het aantal lettertypen in uw toepassing.
®
of Afdrukken en faxen voor
®
of Afdrukken en
®
of Afdrukken en