Problemen oplossen en
B
routineonderhoud
Problemen oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel als u problemen ondervindt met de machine en volg de
instructies.
De meeste problemen kunt u gemakkelijk zelf oplossen. Indien u hulp nodig hebt, kunt u terecht
bij het Brother Solutions Center voor de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het
oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Als u problemen met de machine hebt
Afdrukken
Probleem
Geen afdruk
Slechte afdrukkwaliteit
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's.
Teksten en regels staan over
elkaar heen.
Suggesties
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en de
computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in de energiebesparende stand staat.
Een of meer inktpatronen zijn leeg. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 109.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie
Foutmeldingen op pagina 101.)
Controleer of de juiste printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine on line is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en kies 'Brother
MFC-XXXX' (waarbij XXXX voor uw modelnaam staat), en controleer of 'Printer
offline gebruiken' is uitgeschakeld.
Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 114.)
Controleer of de instelling voor de papiersoort in het printerstuurprogramma of in
het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt. (Zie
®
Afdrukken voor Windows
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
softwarehandleiding op de cd-rom en Type papier op pagina 23.)
Controleer of de uiterste verbruiksdatum van uw inktpatronen niet is verstreken.
De inkt kan opdrogen door de volgende oorzaken:
De uiterste gebruiksdatum die op de verpakking staat vermeld, is verstreken.
(Inktpatronen zijn in de originele verpakking maximaal twee jaar houdbaar.)
De inktpatroon bevindt zich al meer dan zes maanden in de machine.
De inktpatroon is vóór gebruik mogelijk niet goed opgeslagen geweest.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Toegestane papiersoorten en andere
afdrukmaterialen op pagina 11.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor de machine ligt tussen 20° C en 33° C.
Reinig de printkoppen. (Zie De printkop reinigen op pagina 113.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Toegestane papiersoorten en andere
afdrukmaterialen op pagina 11.)
Reinig de printkoppen. (Zie De printkop reinigen op pagina 113.)
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 115.)
B
B
B
®
in de
95