Richtlijnen voor de geheugenmodule
Neem voor maximale prestaties van de computer de volgende richtlijnen in acht bij het configureren van het
systeemgeheugen.
•
Geheugenmodules van verschillende uitvoeringen kunnen worden gecombineerd (bijvoorbeeld 2 GB en 4 GB),
maar alle bezette kanalen moeten identiek geconfigureerd zijn.
•
Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd vanaf de eerste houder.
OPMERKING: De geheugenhouders in de computer kunnen anders gelabeld zijn, afhankelijk van de
hardware-configuratie. Bijvoorbeeld A1, A2, of 1,2,3.
•
Als geheugenmodules met vier ranks gecombineerd worden met geheugenmodules met één of twee ranks,
moeten de modules met vier ranks geplaatst worden in de houder met de witte ontgrendelingshendel.
•
Als er geheugenmodules met verschillende snelheden geïnstalleerd worden, functioneren ze op de snelheid van
de geïnstalleerde geheugenmodules met de laagste snelheid.
Het geheugen verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder de kap.
3.
Druk aan beide kanten van de geheugenmodule de borglipjes in en til de geheugenmodule uit de connectoren op
het moederbord.
Het geheugen installeren
1.
Lijn de inkeping op de geheugenkaart uit met het lipje in de connector van het moederbord.
2.
Druk de geheugenmodule omlaag totdat de ontgrendelingslipjes terugspringen om ervoor zorgen dat de module
goed bevestigd is.
3.
Installeer de kap.
4.
Volg de procedures in
De systeemventilator verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder:
a) kapje
b) optisch station
c) stationkooi
20
voordat u werkzaamheden in de computer verricht .
nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd .
voordat u werkzaamheden in de computer verricht .