Inhoudsopgave
Advertenties
-3- DRUKKNOPPENKAST, BEELDSCHERMEN EN ALARMEN
AFSTELLING: Men moet de afstand afstellen dat de afvoerband stil blijft staan. Deze
afstelling kan worden uitgevoerd met de minimumsnelheid en vervolgens moet men
nagaan of de stopafstand voldoende is bij maximumsnelheid.
2.5.2 SEALBALK 2/5
SEALTIJD:
BESCHRIJVING: De tijd dat de lasbalk soldeert. Deze tijd begint te lopen vanaf het
moment dat de lasbalk zich sluit, met andere woorden, op het ogenblik dat de detector
voor lasbalk gesloten wordt geactiveerd.
MEETEENHEID: Duizendsten van een seconde.
AFSTELLING: Men moet deze waarde zodanig afstellen dat een correcte
dwarssoldering wordt bekomen. Deze waarde is heel afhankelijk van de folie die wordt
gebruikt om te solderen.
SYNCHRONISATIE EXTRA VERTRAGING:
BESCHRIJVING: De tijd dat de kop gesynchroniseerd blijft met de folie (aan dezelfde
snelheid van de folie) nadat de soldering is uitgevoerd.
Deze "extra" tijd wordt
aangewend om te vermijden dat de lasbalk het volgende produkt raakt wanneer die
naar de aanvangspositie teruggekeert.
MEETEENHEID: Duizendsten van een seconde.
AFSTELLING: Deze waarde moet voldoende zijn om te vermijden dat de lasbalk het
volgende produkt raakt, maar mag niet te hoog zijn om de volgende cyclus niet te
ondermijnen (de kop moet op tijd aankomen voor de volgende cyclus).
SEALBALKEN TERUG VERTRAGING:
BESCHRIJVING: Dit is de vertraging, nadat de soldeercyclus is begonnen (de
beweging van de kop), waarbij de soldeercilinder wordt geactiveerd.
MEETEENHEID: encoderpulsen.
AFSTELLING: De normale waarde voor de parameter bedraagt 0, omdat de machine
al staat afgesteld om een geschikt sluitingspunt te bekomen. Maar in geval van een
hoog produkt kan het nodig zijn om dit sluitingspunt te vertragen (om te vermijden dat
de lasbalk bij het sluiten het einde van het hoge produkt raakt).
FPI08018_NL-04
18/33
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
