1
6.2
Tests
LET OP
Beschadiging van het ultrasoonbad
– Voer tests alleen aan het gevulde ultrasoonbad uit.
Neem contact op met de Service, wanneer één van de tests niet tot
het gewenste resultaat leidt. Zie hoofdstuk 6.4 Reparatie.
Controlelampjes controleren
Controleer de werking van de controlelampjes.
Alle ultrasoonbaden:
• Schakel het ultrasoon kort in.
– Het groene controlelampje brandt, zolang het ultrasoon is
RK 31 H:
• Schakel kort de verwarming in met de tuimelschakelaar.
– Het controlelampje in de tuimelschakelaar brandt, zolang de
RK 52 H:
• Schakel kort de verwarming in met de draaigreep op meer dan
30 °C.
– Het witte controlelampje brandt, zolang de verwarming is
RK 100 H, RK 102 H, RK 103 H, RK 156 BH, RK 170 H, RK 255 H,
RK 510 H, RK 512 H RK 514 H, RK 514 BH, RK 1028 H,
RK 1028 CH, RK 1050 CH:
• Schakel kort de verwarming in met de draaigreep op meer dan
30 °C.
– Het witte en het gele controlelampje branden, zolang de ver-
1676-001 NL/2021-01
ingeschakeld.
verwarming is ingeschakeld.
ingeschakeld.
warming is ingeschakeld.
/6
Instandhouding
31/52