Kaarten 127
Als u wilt inzoomen en uitzoomen op de kaart, selecteert u + en - .
Als u het kaarttype wilt wijzigen, selecteert u
Opties
> Kaartmodus.
Schermsymbolen
Selecteer
Menu
> Kaarten.
Het GPS-symbool
geeft de beschikbaarheid van het satellietsignaal
aan. Eén balk is één satelliet. Wanneer het apparaat satellietsignalen probeert te
vinden, is de balk geel. Wanneer het apparaat voldoende gegevens van de
satellieten ontvangt om via GPS uw locatie te berekenen, wordt de balk groen. Hoe
meer groene balken, des te betrouwbaarder de locatieberekening.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens vier satellieten
ontvangen om uw locatie te kunnen berekenen. Na de aanvankelijke berekening is
het signaal van drie satellieten mogelijk genoeg.
Het gegevensoverdrachtsymbool
geeft aan welke internetverbinding
u gebruikt en hoeveel gegevens zijn overgedragen sinds u de toepassing hebt
gestart.
Locatie zoeken
Tik op het informatiegebied boven de kaart en selecteer
Verkennen
om te zoeken
naar locaties. Begin de naam van de locatie in het zoekveld in te voeren. Er worden
automatisch bijpassende locaties in de buurt gezocht. Selecteer de locatie uit de
lijst of voer de naam van de locatie in het zoekveld in en selecteer Zoeken.
1
Selecteer het zoekpictogram en
Adres
als u een specifiek adres wilt zoeken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
127