Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en de eventuele toebehoren bevatten kleine
onderdelen. Houd deze buiten het bereik van kleine
kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het
oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand
van minimaal 2,2 centimeter van het lichaam bevindt.
Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in
een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze
hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het apparaat
zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam
bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten
moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede
verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het
overbrengen van databestanden of berichten vertraging
oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.
Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de
gegevensoverdracht is voltooid.
196
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het
apparaat. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen
worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van
draadloze telefoons, kan het functioneren van
onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het
medische apparaat om vast te stellen of het apparaat
voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u
vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt
door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en
andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen
gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe
RF-energie.
Geïmplanteerde medische
apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van