•
Plaats nooit te veel afdrukmateriaal in de laden. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan
de maximale stapelhoogte die met labels wordt aangegeven in de laden.
•
Laad nooit gekreukte, gevouwen, vochtige of kromgetrokken afdrukmedia.
•
Buig de afdrukmedia, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de media in
de printer laadt. Als zich storingen met de afdrukmedia voordoen wanneer u de
universeellader gebruikt, probeert u het materiaal handmatig met één vel tegelijk te laden.
•
Gebruik geen afdrukmedia die u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
•
Laad geen afdrukmedia van verschillend formaat, verschillend gewicht of verschillende
soorten in dezelfde lade.
•
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia. Raadpleeg
•
Controleer in alle laden of het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden is gekeerd
als u enkelzijdig wilt afdrukken.
•
Controleer of het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar boven is gekeerd als u de
universeellader vult.
•
Bewaar de afdrukmedia in een geschikte omgeving. Raadpleeg
•
Verwijder de laden nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak.
•
Duw alle laden stevig in de printer nadat u deze hebt gevuld.
•
Zorg ervoor dat de geleiders in de laden zijn ingesteld op het geladen formaat. De geleiders
mogen niet te strak tegen de stapel afdrukmedia zijn gedrukt.
•
Zorg ervoor dat alle kabels die op de printer zijn aangesloten, goed zijn vastgezet. Raadpleeg
de Installatiehandleiding voor meer informatie.
Voordat u papierstoringen verhelpt
Verwijder eerst eventuele afdruktaken uit de uitvoerladen voordat u de bovenste voorklep opent om
de papierstoring te verhelpen.
Voordat u papierstoringen verhelpt
122
Aanbevolen
papiersoorten.
Afdrukmedia
bewaren.