46 Telefoonfuncties gebruiken
Een telefoonnummer of contactpersoon bellen
1.
Voer de eerste paar getallen of tekens in door op de toetsen van het
toetsenblok te tikken. Terwijl u getallen of letters invoert, toont het Smart
Dial-paneel de gevonden treffers.
Als u op een verkeerd getal of teken tikt, tik dan op
getal of teken te wissen. U wist het complete nummer door
houden.
2.
Tik op om het toetsenblok van de telefoon te sluiten en om te zien of op
het Smart Dial-paneel meer nummers of contacten zijn gevonden. Blader
door de gefilterde lijst door met uw vinger langzaam omhoog of omlaag over
de lijst te vegen.
Tik hierop om het telefoontoetsenbord te openen of sluiten.
3.
Ga als volgt te werk om een nummer of contactpersoon te bellen:
•
Tik op het gewenste telefoonnummer of contactpersoon in de lijst.
•
Om een ander telefoonnummer te bellen dat aan de contactpersoon is
gekoppeld, tikt u op het pictogram van de contactkaart
naam. Tik in het detailvenster van de contactpersoon op het nummer dat
u wilt bellen.
Smart Dial-
paneel
om elk voorafgaand
ingedrukt te
Voeg het
nummer
aan uw
contacten
toe.
Contact-
gegevens
openen.
rechts van de