1.3 De batterij
De batterij opladen
De batterij
Nieuwe batterijen worden gedeeltelijk opgeladen geleverd. Plaats de batterij en
laadt deze op voordat u het toestel gaat gebruiken. Sommige batterijen werken het
beste nadat ze een aantal keren volledig zijn opgeladen/ontladen.
Opmerking
Sluit de USB-aansluiting van de voedingsadapter aan op de sync-aansluiting van
het apparaat en steek de stekker in een stopcontact om te beginnen met het laden
van de batterij.
Het apparaat wordt opgeladen als de meldings-LED ononderbroken oranje
brandt. Wanneer de batterij wordt opgeladen terwijl het apparaat is ingeschakeld,
verschijnt er ook een batterij-pictogram
Zodra de batterij volledig is opgeladen, verschijnt een pictogram van een volle
batterij
op de titelbalk van het Beginscherm.
Waarschuwing!
1.4 Opstarten
Opstarten
Opstarten
Nadat u de SIM-kaart en batterij hebt geplaatst en de batterij hebt opgeladen, kunt
u het toestel inschakelen en gebruiken.
Het toestel in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen
Druk op de AAN/UIT-toets.
Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, installeert het aangepaste
instellingen en verschijnt het scherm SIM-kaart gewijzigd. Zie "Instellingen voor
gegevensverbinding automatisch instellen en SIM-contacten importeren" in dit
hoofdstuk voor details.
Gebruik uitsluitend de adapter en de USB-synckabel die bij het product zijn
meegeleverd om het toestel op te laden.
• U mag de batterij niet uit het apparaat verwijderen terwijl u het oplaadt
via de netstroomadapter of auto-adapter.
• Uit veiligheidsoverwegingen stopt de batterij voordat deze oververhit
met opladen.
in de menubalk op het Beginscherm.
Aan de slag 1