3.
Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Network
Installation - Install the printer for use on a network (Netwerkinstallatie - De printer alleen voor
gebruik op een netwerk installeren).
4.
Selecteer Install printer on one or more remote computers (Printer op een of meer externe
computers installeren) en klik op Next (Volgende).
5.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in en klik op Add (Toevoegen).
6.
Selecteer de clients of servers en klik op Next (Volgende).
7.
Selecteer de netwerkprinter die u wilt installeren en klik op Next (Volgende). Als uw printer niet
voorkomt in de lijst, klikt u op Update (Bijwerken) om de lijst te vernieuwen of klikt u op Add Printer
(Printer toevoegen) om een printer toe te voegen aan het netwerk.
8.
Selecteer uw printer uit de lijst. Als u de naam van de printer in de lijst wilt wijzigen, geeft u een
nieuwe naam op in het veld Printer Name (Naam van printer).
9.
Als u andere gebruikers op het netwerk toegang tot deze printer wilt geven, selecteert u Share this
printer with other computers (Deze printer delen met andere computers) en voert u vervolgens een
naam op die gebruikers eenvoudig kunnen herkennen.
10.
Klik op Next (Volgende).
11.
Selecteer de software en documentatie die u wilt installeren en klik vervolgens op Install (Installeren).
12.
Als het scherm Congratulations! (Gefeliciteerd) wordt weergegeven, drukt u een testpagina af om te
controleren of de software correct is geïnstalleerd.
13.
Klik op Finish (Voltooien) om af te sluiten.
Lokale aansluiting via een USB-kabel of parallelle kabel
(met afdrukserver)
Als u de printer aansluit via een USB-kabel of parallelle kabel en deze wilt delen met meerdere gebruikers,
voert u de volgende instructies voor het aansluiten van de printer op een afdrukserver uit.
OPMERKING:
Gebruik een netwerkkabel voor aansluiting van de printer als u toegang wilt krijgen tot
het Dell Printer Configuration Web Tool. Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer is
aangesloten op een computer met een USB-kabel of een parallelle kabel.
Afdrukservers installeren op de server
U moet de Plug&Play-functie van Microsoft voltooien voordat u het aangepaste stuurprogramma op de cd
Stuurprogramma's en hulpprogramma's kunt gaan installeren.
Linux-gebruikers kunnen de documentatie die wordt meegeleverd op de cd Stuurprogramma's en
hulpprogramma's raadplegen voor installatie-instructies. U kunt toegang krijgen tot de documentatie door
naar de map unix\docs op de cd te navigeren.