Microsoft Windows 2000 Advanced Server
Microsoft Windows Server 2003
Novell® NetWare® 5.x, 6.x inclusief ondersteuning voor NDPS/iPrint
Novell Distributed Print Services™ (NDPS™) 2.0 of later met Novell NDPS IP Gateway
Red Hat Enterprise 3.0
SuSE Enterprise Linux 8.0, 9.0
SuSE Linux 9.1, 9.2, 9.3
Debian 3.0 rev 2, 3.1
Linspire 4.5
Red Flag 4.0 (uitsluitend Vereenvoudigd Chinees)
Mac OS 9.2 en OS 10,2
Richtlijnen voor afdrukmateriaal
Als u het juiste papier of ander afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Maak
altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde papiersoort aanschaft.
VOORZICHTIG:
Tijdens het afdrukproces van dit apparaat wordt het afdrukmateriaal verhit
waardoor bepaalde papiersoorten dampen kunnen afgeven. U moet het gedeelte met
informatie over het selecteren van het juiste afdrukmateriaal in de gebruikershandleiding
aandachtig doorlezen om te voorkomen dat er schadelijke stoffen vrij kunnen komen.
Gebruik xerografisch papier van 75 g/m
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Gebruik enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
papierstoringen tot een minimum te beperken, wordt u aangeraden geen enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar kleven;
beschadigd zijn;
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
zijn voorzien van postzegels;
2
).
2
. Teneinde het aantal