Problemen oplossen > Storingen oplossen
Probleem
De afdrukken zijn gekreukt.
De afdrukken zijn gekruld.
Afdrukken lukt niet.
Afdrukken vanaf het USB-
geheugen lukt niet.
Het USB-geheugen wordt
niet herkend.
Als een afbeelding, verstuurd
van het apparaat naar de pc,
weergegeven wordt, dan is
de horizontale of verticale
afmeting verkleind.
Er zitten verticale strepen op
de afdrukken.
Vuil op de bovenrand of
achterkant van het papier.
Controlepunten
—
Is het papier vochtig?
—
Is het papier vochtig?
Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Staat het apparaat aan?
Zijn de printerkabel en netwerkkabel
aangesloten?
Stond het apparaat aan voor de
printerkabel werd aangesloten?
Is de afdruktaak onderbroken?
Is de USB-host geblokkeerd?
—
Heeft u 200×100dpi Normaal of
200×400dpi Superfijn als scanresolutie
geselecteerd?
Is het sleufglas vuil?
—
Controleer de binnenzijde van het
apparaat.
Mogelijke oplossing
Draai het papier 180 graden ten
opzicht van hoe het papier werd
gepositioneerd.
Vervang het papier.
Als het probleem zich regelmatig
voordoet, schakel dan de
cassetteverwarmerschakelaar in.
Draai het papier 180 graden ten
opzicht van hoe het papier werd
gepositioneerd.
Vervang het papier.
Als het probleem zich regelmatig
voordoet, schakel dan de
cassetteverwarmerschakelaar in.
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan.
Sluit de juiste printerkabel en
netwerkkabel goed aan.
Zet het apparaat aan nadat u de
printerkabel heeft aangesloten.
Hervat het afdrukken.
Selecteer [Ontgrendelen] in de USB-
host-instellingen.
Controleer of het USB-geheugen goed
aangesloten is op het apparaat.
Selecteer bij het verzenden van een
afbeelding een andere scanresolutie
dan 200×100dpi Normaal of
200×400dpi Superfijn.
Maak het sleufglas schoon.
Start [Reinigen laserscanner] op.
Open de rechterklep. Is de binnenzijde
van het apparaat vervuild met toner,
maak dit dan schoon met een droge,
pluisvrije doek.
5-11
Referentie-
pagina
3-2
3-2
2-4
3-2
3-2
2-4
2-11
2-12
2-10
2-10
—
—
—
3-53
5-6
—
—